Page 291 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 291
toegevoegd. Het document is een overschrijving van een oudere lijst. Extra complicerend is dat verschillende oorkonden zijn opgenomen tussen de opsomming van het goederenbezit door de kopiist. Tijdens het overschrijven van de oudere bronnen heeft de kopiist een fout gemaakt: namen van leenmannen die in deze oorkonden zijn genoemd heeft hij opgeschreven als namen van goederen. Deze hebben echter nooit bestaan. Een bijkomend probleem is dat verkochte of geruilde goederen niet zijn doorgehaald. Hoewel de goederenlijst dus in eerste instantie een homogeen geheel lijkt, is zij dat beslist niet. Wel is – voornoemde kanttekeningen daargelaten – een bepaalde indeling in de lijst aangehouden. Het document begint met een kopje waarin het allodiale bezit van de graven van Dale-Diepenheim wordt beschreven. Daarin staan de goederen genoemd die vaste afdrachten opleveren voor de graaf. Bij ieder goed is vermeld wat jaarlijks moest worden afgestaan aan de graaf van Dale-Diepenheim. De opsomming van deze goederen wordt echter doorsneden door een opsomming van Geesterse en Needense tienden van het Aegidiusklooster te Munster die in 1224 zijn geruild tegen de hof te Herborn en het huis Harth.42 Na dit gedeelte gaat de opsomming van tafelgoederen weer verder, gevolgd door een hele lijst aan goederen die de graven van Dale-Diepenheim uit hun patrimonium in leen hebben uitgeven. In deze lijst komen echter ook tussenstukjes voor die zijn overgeschreven uit andere documenten.43
Een tweede bron met betrekking tot het goederenbezit van de graven is de zogenoemde leenrol van de graaf van Dale-Diepenheim waarop de leenmannen en hun in leen gehouden goederen staan. Dit zwaar beschadigde document wordt op dit moment bewerkt door Jongbloed in het kader van zijn dissertatie en kan daardoor nog niet worden geïntegreerd in dit onderzoek. Behalve de leengoederen zijn op de leenrol ook de toenmalige leenmannen terug te vinden. In de komende jaren zal deze lijst worden gepubliceerd.
Aanvullend bestaat een lijst met leengoederen die in 1324 is opgesteld. Daarin vinden we een opsomming van de Daalse leenmannen en hun lenen.44 Tot slot bevat de aankoopoorkonde
uit 1331, waarin staat beschreven dat bisschop Jan van Diest Diepenheim en Dale aankocht,
een – eveneens incomplete – opsomming van diverse goederen die bij de koop waren inbegrepen.45 De opstellers vermeldden in dit charter nadrukkelijk dat de heerlijkheid en
het huis Diepenheim met toebehoren eigen (allodiale) goederen van de graaf waren. Enkele 5 allodiale goederen die in deze overdrachtsoorkonde worden genoemd, zowel de nog in
bezit zijnde als de reeds verkochte, komen terug in de goederenlijst als voor de grafelijke inkomsten bestemde goederen. Behalve dit document zijn ook nog diverse oorkonden bekend die betrekking hebben op het ruilen en de verkoop of aankoop van goederen.46
We vinden daarnaast aanwijzingen in de Utrechtse bisschoppelijke administratie over de ligging van voormalig Daals-Diepenheims goed, want voor sommige bisschoppelijke laatmiddeleeuwse leengoederen staat soms vermeld dat deze behoorden tot heerschap van Diepenheim of Dale.47 Alle goederen met een dergelijke beschrijving in de bisschoppelijke administratie heb ik geïnventariseerd en vergeleken met de voornoemde bronnen uit de tijd van de graven van Dale-Diepenheim. Deze vergelijking levert overeenkomsten op, maar ook nieuwe goederen die wel in bisschoppelijke tijd worden vermeld maar die niet in oudere bronnen voorkomen.
Vervolgens is geprobeerd om al deze goederen op te sporen door gebruik te maken van verschillende methoden. Allereerst hadden Philippi en Bannier reeds de in de goederenlijst genoemde goederen zo goed mogelijk geprobeerd te lokaliseren, hoewel dit niet heeft geleid tot een uitgave van een kaart. Op de locaties die zij hebben aangegeven moeten de nodige verbeteringen worden aangebracht. Meer dan een eeuw na hun publicatie zijn namelijk verschillende bronnen beschikbaar gekomen waarmee de goederen preciezer kunnen worden geïdentificeerd en gelokaliseerd, namelijk het leenrepertorium van de
42 WUB III nr. 200.
43 Zie bijlage 5.7.
44 Van Doorninck 1890.
45 UA BA nr. 78.
46 Zie bijlage 5.7.
47 Eijken 1995.
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Twente
289