Page 289 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 289

                                Het reconstrueren van de natuurlijke vegetatie is voor de middeleeuwen erg lastig, want na 1100 is geleidelijk aan veel daarvan verdwenen als gevolg van menselijk ingrijpen in het landschap. Van Beek et al. hebben voor heel Twente, dus ook voor het onderzoeksgebied, vegetatie gereconstrueerd voor de perioden 200 na Chr. en 1500 na Chr.28 Het ligt voor de hand hun onderzoek te gebruiken, aangezien zij per landschapseenheid zeer nauwkeurig op kaart hebben bepaald wat voor vegetatie bij deze eenheid hoorde. Toch gebruiken we dit onderzoek met voorzichtigheid, want de datering van de geschetste vegetatiebeelden en de achterliggende methodiek zijn onvoldoende uitgewerkt. Om dit probleem op te vangen, hebben we los van de vegetatiebeelden van Van Beek et al. per landschapstype op basis van vergelijking met soortgelijke Nederlandse landschapstypen getracht een beeld te schetsen van de natuurlijke en half-natuurlijke vegetatie.29
We hebben in deze casus bestaande archeologische en historische studies gebruikt voor de reconstructie van de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In eerste instantie kan een globale indruk van de bewoningsgeschiedenis worden verkregen door bekende archeologische waarnemingen te projecteren op een kaart. Zo'n kaart wordt weliswaar beïnvloed door de onderzoeksintensiteit in een gebied, maar deze geeft toch een globale indruk van de verspreiding van bewoning in bepaalde perioden en kan bovendien worden vergeleken met resultaten uit andere onderzoeksgebieden en met historische bronvermeldingen uit diezelfde tijd. Op basis van archeologische waarnemingen uit Archis hebben we daarom vier kaarten gemaakt (zie bijlagen 5.8 - 5.11 ).30 De kaarten geven weer waar waarnemingen zijn gedaan en wat de dateringen van deze waarnemingen zijn.31
Voor het bestuderen van de middeleeuwse nederzettingsgeschiedenis kunnen we naast
de archeologische waarnemingen ook gebruik maken van de boerderijboeken van de amateurhistoricus Henk Woolderink.32 Hij heeft de bezitsgeschiedenis van boerderijen, die aangegeven staan op de kadastrale minuutplans van 1832, tot in de late middeleeuwen
voor heel Twente uitgezocht. Vanaf de negende eeuw kregen boerderijplaatsen, die in de voorgaande periode steeds op nieuwe locaties werden gebouwd nadat de levensduur van de boerderij was afgelopen, een vaste plek in het landschap.33 Retrospectieve bezitsstudies in
de aangrenzende dekzand- en stuwwallandschappen van Drenthe en Salland, gecombineerd 5 met een aantal archeologische testopgravingen, hebben aangetoond dat de oudste categorie van boerderijen – bestaande uit domeinerven van specifieke grootgrondbezitters
– veelal stamde uit de negende tot en met de elfde eeuw. Een tweede categorie, bestaande uit goederen van jongere regionale grootgrondbezitters zoals de uit de ministerialiteit afkomstige adel, de kloosters en burgers uit de steden, dateerde veelal uit de twaalfde tot en met de vijftiende eeuw.34
Voor de reconstructie van de antropogene waterhuishouding is gebruik gemaakt van verschillende bestaande studies over waterlopen, zoals die van Doornink, Schutten, Driessen et al., Waterbolk, Haartsen en Jongbloed.35 De resultaten van deze studies zijn vergeleken met historische vermeldingen, historische kaarten en de reeds aangehaalde geomorfologische kaarten. Op basis van deze vergelijking zijn reconstructies vervaardigd van de vol- en laatmiddeleeuwse waterhuishouding.
Betreffende de reconstructie van de historische wegen is vooral gebruikt gemaakt van de bronnen en methoden zoals deze reeds in paragraaf 2.4 zijn beschreven. Op basis van
28 Van Beek et al. 2015.
29 Spek et al. 1996: hoofdstuk 3.
30 ARCHIS III is geraadpleegd op : https://zoeken.cultureelerfgoed.nl/#/zaak/search.
31 Deze kaarten zijn weergegeven in de bijlagen 5.8 t/m 5.11.
32 Woolderink 2013; Woolderink 2014; Woolderink 2015.
33 Van Beek et al. 2014: 62-63.
34 Spek et al. 2015: 186; Van Beek et al. 2014: 448-449.
35 Doornink 1935; Schutten 1981: 27-28; Waterbolk 1990: 358-366; Driessen et al. 2000: 127-128;
Haartsen: 138; Jongbloed 2010: 61-64.
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Twente
 287
 














































































   287   288   289   290   291