Page 278 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 278

                                Hoofdstuk 4
kasteel, maar voldeed in 1229 niet meer aan de eisen. Uit de historische beschrijvingen blijkt vooral dat de burcht een militaire functie vervulde, hoewel andere functies niet mogen worden uitgesloten. De locatiekeuze is strategisch, aangezien de strijdkrachten door de moerassige gesteldheid van het terrein geen slag konden leveren. Dankzij de Saksische Annalist krijgen we ook een aanwijzing over de bezetting, want die zou volgens de auteur hebben bestaan uit castellani. Daarmee zouden weleens de borgmannen van de Schulenborg kunnen zijn bedoeld waarvan in jongere bronnen de borglenen worden genoemd.179 Zulke borglenen hebben immers alleen nut als er ook borgmannen zijn geweest.
In hoeverre mogen wij deze historische gegevens over de Schulenborg nu projecteren op de Hunenborg? Aangezien beide burchten gelijktijdig hebben bestaan en beide zijn gelegen in het graafschap Twente, lijkt het ons zeer aannemelijk dat deze door zelfde bouwheer zijn gebouwd. Daarom is de kans groot dat ook de Hunenborg net als de Schulenborg in opdracht van de bisschop van Utrecht is gebouwd, wellicht met inmenging van koning.
4.8 Synthese: langetermijnontwikkeling van het kasteellandschap van de Hunenborg
In het voorgaande hebben we de diverse kenmerken van het kasteellandschap van de Hunenborg behandeld. We kunnen op basis van de archeologische, landschappelijke en historische kenmerken de volgende fasering onderscheiden:
• (circa 1050-circa 1075/1100): bouw van de Hunenborg waarschijnlijk in opdracht van de bisschop van Utrecht;
• (precieze datering onbekend): mogelijke verbouw van het houten hoofdgebouw;
• (precieze datering onbekend): bouw van het stenen gebouw;
• (precieze datering onbekend): mogelijke uitbreiding stenen gebouw;
• (na circa 1150/1165)-circa 1200: eindfase militaire functie Hunenborg; aanleg
dam door gracht;
• onbekend: overige gebouwsporen (chronologie onduidelijk).
Tussen ongeveer 1050/1075-1100 verrees in het Voltherbroek de Hunenborg op een bolle dekzandkop te midden van een vrijwel ongestoord groot bosgebied. De broekgebieden rondom de burcht bestonden uit rijke wisselvochtige loofbossen. Qua soortensamenstelling lijken ze op de tegenwoordig voorkomende Vogelkers-Essenbossen en Eiken- haagbeukenbossen. Op de lage terreindelen stond een hoog aandeel zwarte els. Er was dus sprake van een moeilijk toegankelijk vochtig tot periodiek nat bos.
Zowel het ovaalvormige hoofburchtterrein, dat was versterkt met stevige wallen en een gracht, en een minder versterkt voorburchtterein, waaromheen een wat kleinere wal en gracht lagen, zijn in deze eerste fase uitgegraven. Het hoofdburchtterrein is eerst omwald met de vrijgekomen grond uit de gracht en daarna op sommige plekken nog verhoogd voordat men constructies aanlegde. Tot de eerste bouwfase op het middenterrein van de hoofburcht behoort volgens ons ook de aanleg van de houtbouw ter hoogte van de ingang van de burcht. Er lag op dat moment nog geen verhoogde toegangsweg. Het voorburchtterrein was toen al waarschijnlijk als akker in gebruik en er vond ook beweiding met landbouwhuisdieren plaats. Of er op de voorburcht gebouwen stonden is onduidelijk.
Hoewel geen geschreven bronnen bewaard zijn gebleven waarin Hunenborg wordt genoemd, hebben we een sterk vermoeden dat de bisschop van Utrecht de eigenaar en mogelijk ook de opdrachtgever is geweest. In theorie zou de koning ook als bouwheer in aanmerking kunnen komen, maar de bronnen laten het niet toe om hierover uitspraken te doen. Zowel de Hunenborg als de Schulenborg hebben mogelijk iets te maken met de effectuering van de grafelijke rechten van de bisschop in Twente.
179 Bordewijk, H. & R.M. de Raat 1993: nr. 3; Eijken 1995: nr. 772. 276
 


















































































   276   277   278   279   280