Page 276 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 276

                                Hoofdstuk 4
voordat ze in eigendom kwamen van instellingen zoals de Duitse Orde. We vonden in diverse charters sterke aanwijzingen dat de bisschop van Utrecht in de volle middeleeuwen de blooteigendom van meerdere boerderijen moet hebben bezeten en dat hij het vruchtgebruik daarvan in leen heeft gegeven. De bisschop bezat overigens in de late middeleeuwen ook nog steeds veel boerderijen in de omgeving. Hoewel enkele van deze boerderijen pas in de late middeleeuwen in bisschoppelijk bezit zijn gekomen, zullen de meesten in de volle middeleeuwen al tot het onroerend goed van de Utrechtse kerk hebben behoord.
De bisschop was overigens niet de enige die in de volle middeleeuwen goederen rondom de Hunenborg in eigendom had, want ook de edelvrije families Van Bentheim en Van Diepenheim hebben enkele boerderijen bezeten evenals oudere abdijen en kapittels. Aanwijzingen dat het om meer dan een paar boerderijen ging hebben we niet gevonden. Er is dus, voor zover we dit kunnen aantonen, geen sprake van een groot edelvrij goederenbezit rondom de Hunenborg.
Discussie: bouwheer, datering en functie van de Hunenborg
We hebben in het voorgaande verschillende historische invalshoeken bestudeerd om zo meer inzicht te krijgen wie de eigenaar en ook mogelijk bouwheer van de Hunenborg was. Daaruit blijkt dat de bisschop van Utrecht de meest waarschijnlijke bouwheer en eigenaar van deze vroege burcht is geweest, omdat:
• hij degene was aan wie vermoedelijk al in de tweede helft van de elfde eeuw en zeker in de twaalfde eeuw de grafelijke rechtsmacht toekwam in Twente;
• hij tijdens het gebruik van de burcht hoogstwaarschijnlijk het recht op de wildernis en de blooteigendom van diverse boerderijen in de omgeving bezat;
• hij al voor de schenking van het graafschap Twente kerkelijke belangen aldaar
had, hoewel we deze belangen niet kunnen koppelen aan de burcht;
• er geen aanwijzingen zijn voor een andere bouwheer of eigenaar dan de
bisschop, zoals een edelvrije.
Op basis van de archeologische vondsten kan worden geconcludeerd dat de burcht zeker tot in de loop van de tweede helft van de twaalfde eeuw in gebruik is geweest. Wanneer de burcht precies is gebouwd, kon niet duidelijk vast worden gesteld aan de hand van de beschikbare archeologische dateringen. Dit zou zowel in de tweede helft van de elfde eeuw als aan het begin van de twaalfde eeuw kunnen zijn gebeurd. Vanuit landschappelijk perspectief is het aannemelijk dat de burcht relatief vroeg in de volle middeleeuwen is gebouwd, want toen was het gebied nog niet zo nat. Op basis van de politieke gegevens zou de bouw van de burcht al in de tweede helft van de elfde eeuw kunnen hebben plaatsgevonden (zie paragraaf 3.2).
Nu we een sterk vermoeden hebben dat de Hunenborg een bisschoppelijk kasteel is geweest, kunnen we ons afvragen wat voor functie het vervulde. De bisschop van Utrecht was vanaf de tweede helft van de elfde en de twaalfde eeuw bezig met de vestiging van zijn grafelijk gezag. Zoals in de hoofdstukken 2 en 3 al is opgemerkt vertoont de Hunenborg veel overeenkomsten met één ander Overstichts kasteel, namelijk de Schulenborg tussen Wierden en Almelo. Beide kastelen, die in het eerste kwart van de twaalfde eeuw al in gebruik waren, zijn ringwalburchten. De bouwers hebben dezelfde bouwwijze toegepast. Ze hebben een dekzandrug opgehoogd met zand zodat binnen de wal een vlak terrein ontstond waarop zij vervolgens gebouwen konden plaatsen. Net als bij de Hunenborg heeft op de Schulenborg tenminste één gebouw gestaan waarvoor tufsteen en Bentheimer zandsteen is gebruikt. Nog opmerkelijker is de overeenkomst in landschappelijke ligging. Zowel de Hunenborg als de Schulenborg zijn namelijk gebouwd op een dekzandkop in een relatief afgelegen wildernis.167 De andere onderzochte Overstichtse kastelen lagen daarentegen vrijwel altijd in de buurt van de bewoonde wereld langs een waterloop of weg.
167 Zie voor de Hunenborg Smeenge 2020, voor de Schulenborg Wng nr. 427292. De weg langs de Schulenborg is van latere datering, zie catalogus.
 274




















































































   274   275   276   277   278