Page 279 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 279
Op een niet nader te dateren moment is het houten gebouw bij de ingang ver- of herbouwd, misschien zelfs twee keer, maar dat is met de huidige stand van kennis niet duidelijk of het om één of twee her/verbouwingen gaat.
In een volgende bouwfase heeft men het houten gebouw bij de ingang vervangen door een stenen gebouw. Deze bestond uit twee verschillende ruimten die los van elkaar tot stand zijn gekomen. Het vertrek met de absides is mogelijk een kapel geweest, voor de andere ruimte ontbreekt het aan verdere aanwijzingen over de functie.
Het vrijwel ontbreken van kogelpotten met facetranden, die in Noordoost-Twente vanaf 1150/1175 veel voorkomen, plaatst het uit gebruik raken van de burcht in de loop van de tweede helft van de twaalfde eeuw. Dit sluit goed aan bij de datering van het hout van de dam waar men hergebruikt hout uit circa 1150/1165 voor heeft benut. Door de aanleg hiervan verloor de burcht zijn verdedigende waarde. Tijdens het onderzoek hebben we geen aanwijzingen gevonden voor intensief gebruik na de periode 1200/1225.
De aanwezigheid van de Hunenborg leidde slechts lokaal tot veranderingen in het landschap.
In de aangelegde grachten kwamen pioniergemeenschappen en soorten van matig voedselarme moerasvegetaties voor. Het voorburchtterrein is waarschijnlijk benut als akker 4 en beweidingsgebied. Aan het einde van de Hunenborg of vlak na het verlaten van de burcht
is het Voltherbroek natter geworden. Als reactie op deze verandering in de waterhuishouding
heeft men gekozen om de toegangsweg naar het kasteel op te hogen. Waarschijnlijk is het grootste deel van deze toegangsweg tot en met de zeventiende eeuw onderdeel geweest
van een interregionale route die Ootmarsum met Denekamp verbond. Wanneer de overige
houten gebouwen op de Hoge Hunenborg zijn aangelegd, is onduidelijk.
Functies van de Hunenborg
Ons onderzoek heeft ook nieuwe inzichten opgeleverd met betrekking tot de functies van de burcht. Allereerst is vast komen te staan dat de Hunenborg een militaire functie vervulde. Dat leidden we af uit de aanwezigheid van wapenuitrusting, de lokaal afgelegen ligging in een broekbos en de vergelijking met kasteel de Schulenborg. Op de burcht hebben ook andere bezigheden plaatsgevonden. Er werd waarschijnlijk landbouw en veeteelt bedreven op de voorburcht, er was mogelijk een smid aanwezig en er werd gewoven. Het ziet er naar uit dat de kasteelbewoners langere tijd zelfvoorzienend konden zijn.
Het onderzoek naar het territoriale kastelenlandschap van het Oversticht heeft uitgewezen dat de Hunenborg en de Schulenborg qua ligging en ouderdom afwijken van de andere Overstichtse kastelen. Beide hebben een hoge ouderdom en zijn gebouwd in een lokaal afgelegen wildernis. Is dit een kenmerk van volmiddeleeuwse kasteelbouw of juist voor kastelen die een specifieke functie vervulden? Op basis van de vorm en ligging zouden we de Hunenborg en de Schulenborg wildernisringwalburchten kunnen noemen. Dit soort kastelen hebben maar weinig aandacht gekregen in het Nederlands onderzoek. Janssen onderscheidt weliswaar houten moerasburchten als kasteeltype, maar gaat er daarbij vanuit dat dit type in een meander van een rivier kan liggen en vooral in ontginningssituaties voorkomt. De aanleg van een wal en een gracht was volgens Janssen bij dit soort burchten voldoende, aangezien de moerassige slecht toegankelijke ligging al van nature bescherming bood. Omdat de ondergrond slap was werden ze gebouwd van hout en niet van steen.180 Deze door Janssen beschreven locatiekeuze is anders dan die van de Hunenborg en de Schulenborg, waar wel voor een stevige ondergrond is gekozen en naast houtbouw ook steenbouw voorkwam. Bovendien liggen de kastelen niet eens langs een rivier.
Janssen deelt de Hunenborg en de Schulenborg overigens niet in bij moeraskastelen. Hij ziet de Hunenborg eerder als een ringwalburg/ringwalburcht. Dit type valt volgens hem op basis van vorm, functie en geografische ligging onder te verdelen in twee groepen.181 De eerste
180 Janssen 1996: 34-35.
181 Janssen 1996: 19.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
277