Page 275 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 275
Het kasteellandschap van de Hunenborg als leengoed van Ecbertus van Almelo, die hier als leenheer optrad.164
Figuur 4.36: Tegenwoordig zijn er nog steeds bouwdelen van het klooster Frenswegen (Duitsland, gelegen in Nedersaksen), zichtbaar.
Een edelman uit Westfalen bezat ook rechten op grond rondom de Hunenborg. In 1295 verkocht namelijk de Nienborgse borgman (het bisschoppelijke kasteel Nienborg van de bisschop van Munster in Westfalen) aan Herman van Saterslo het huis Arnoldinch in de marke Tilligte.165 Of het in deze oorkonde om uitsluitend het vruchtgebruik gaat of ook om de blooteigendom is onduidelijk. Omdat we in 1385 dit erf tegenkomen als onderhorige boerderij van de hof Lage hebben we mogelijk te maken met de overdracht van de voleigendom.
De in Volthe gelegen boerderij Steenhof, die in 1601 met zekerheid een allodiaal erf was, werd in 1333 door de edelman Arent Schonevelt samen met andere goederen en waardelen verkocht aan Wilikinus de Vlederinghe en zijn vrouw Aleydis de Steenhof.166 In de oorkonde staat niet vermeld of de verkoop de voleigendom of alleen het vruchtgebruik inhield.
Grondbezit ten tijde van de Hunenborg
In het voorgaande hebben we voor de marken Volthe, Klein- en Groot Agelo en Tilligte proberen te achterhalen wie in de volle middeleeuwen deze boerderijen in eigendom had. Daarvoor is gebruik gemaakt van de stand van kennis uit de late middeleeuwen, want dan is voor het eerst een totaaloverzicht van de boerderijen en hun bezitters per marke beschikbaar. Deze waren toen vrijwel allemaal in handen van grootgrondbezitters. Vooral de laatmiddeleeuwse grootgrondbezitters, zoals de commanderij van de Duitse Orde, beschikten over veel boerderijen in de marken rondom de Hunenborg. In de volle middeleeuwen bestonden deze instellingen echter nog niet. Dat betekent dat de jonge instellingen hun goederen van oudere grootgrondbezitters hebben gekocht, geruild of verworven. Maar welke personen of instellingen waren dit?
Voor sommige boerderijen konden we achterhalen wie de volmiddeleeuwse eigenaar was
164 OGD I nr. 278.
165 OSU V nr. 2688.
166 OBO IV nr. 1041, zie aantekeningen aldaar.
4
273