Page 255 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 255
De overige taxa uit het fossiele maaiveld onder de veronderstelde toegangsweg van de Hunenborg wijzen op een tredvegetatie. Kennelijk werd het in de volle tot late middeleeuwen zo nat dat men de moeite nam om de bestaande weg op te hogen. Het voorburchtterrein was misschien als akker in gebruik, maar de stikstof-indicerende planten en de mestschimmels wijzen op (periodieke) beweiding met landbouwhuisdieren.
De waterhuishouding in de omgeving van het kasteel
Toen de Hunenborg werd gebouwd was het Voltherbroek nog niet zo nat als tegenwoordig, zo blijkt uit voorgaande vegetatiereconstructie van Smeenge. Hij heeft aan de hand van het pollenmonster van walstructuur A vastgesteld dat pas in de dertiende en veertiende eeuw (datering OSL-monsters tussen 1211 en 1351) vernatting in de omgeving van de burcht is opgetreden. De vegetatiesamenstelling veranderde toen en er zijn overstromingslagen waar te nemen in het profiel. Deze veranderingen in de waterhuishouding zijn waarschijnlijk ook de verklaring voor de aanleg van walstructuur A.
Wat zijn de oorzaken van de vernatting? We vermoeden dat de grootschalige ontginningen
die in de volle middeleeuwen hebben plaatsgevonden in het bovenstroomse Duitse en Nederlandse stroomgebied van de Dinkel en de daarmee gepaard gaande ontbossingen
in de loop der tijd voor steeds hogere piekafvoeren en overstromingen van deze rivier
hebben gezorgd en daarmee ook voor meer frequente inundaties van het Voltherbroek. 4 Door deze ontbossing nam ook de erosie in het stroomgebied toe, wat ook de in het broek waargenomen afzetting van nieuw klei-houdend sediment verklaard (VO3, VO5 en in zeker
zin DIHU22). Voorts nemen we in die monsters voor het eerst ook substantiƫle hoeveelheden algen van open water en moerasplanten waar. Dit zijn extra aanwijzingen voor meer frequente natte omstandigheden rond de (verlaten) Hunenborg.
Ligging ten opzichte van middeleeuwse boerderijen en nederzettingen
Toen de Hunenborg gebouwd werd lagen op de hogere stuwwal- en dekzandgronden in de omgeving al tal van boerderijen. Dit kunnen we afleiden uit het feit dat een groot deel van de boerderijen die in het schattingsregister van Twente uit 1475 worden genoemd in de marken Ootmarsum, Tilligte, Volthe, Rossum en Agelo een hofhorige status hebben.107 Dit wijst in de regel op een ontstaan in de periode dat het domaniale grootgrondbezit in Oost-Nederland is uitgebouwd (achtste tot elfde eeuw). De overgrote meerderheid van deze erven heeft bovendien een vol waardeel in de laatmiddeleeuwse marke, was tiendplichtig, betaalde twee schilden schatting aan de bisschop en betaalde bovendien ook miskoren aan de kerk. Dit zijn allemaal aanwijzingen dat het hier inderdaad om boerderijen van hoge (goeddeels vroegmiddeleeuwse) ouderdom gaat.108
Kijken we naar de landschappelijke ligging van de desbetreffende boerderijen, dan zien we dat deze zowel in een krans rond de stuwallen lagen, dat wil zeggen op de overgang van de gordeldekzanden naar de broekgebieden (Ootmarsum, Agelo, Volthe), als ook op de lagere flanken van de grotere dekzandeilanden in het oosten en zuiden van het studiegebied (Tilligte, Rossum).109 Niet toevallig hadden al deze boerderijen een duidelijke flankligging: ze hadden hun akkers op de aangrenzende, iets hoger in het landschap liggende, essen en gebruikten de aangrenzende lager gelegen broekgronden voor beweiding en de aanleg van hooilanden.
In een later stadium, waarschijnlijk in de twaalfde en dertiende eeuw, vormde deze oudere bewoning een soort springplank voor de ontginningen van kleinere dekzandruggen die dieper in de broekgebieden waren gelegen, een kolonisatie- en ontginningsproces dat ook elders in Twente en Salland veelvuldig is waargenomen.110 Vermoedelijk ging het hand in hand met allerlei individuele en collectieve maatregelen om de afwatering van de omringende lagere
107 Zie paragraaf 4.7.
108 Ter Kuile 1953.
109 Zie ook https://maps.hisgis.nl/horigheid/ voor de ligging van de Hunenborg tussen de drie marken
in de wildernis. 110 Spek 2010.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
253