Page 256 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 256

                                Hoofdstuk 4
gronden te verbeteren. In de omgeving van de Hunenborg betreft dit onder meer de kleine dekzandkoppen tussen Ootmarsum en Tilligte, die ten zuidoosten van Agelo en die ten noorden van Volthe. De bewoning kwam dus in de loop van de volle middeleeuwen wat meer in de buurt van de Hunenborg, maar dit betekende zeker niet dat het kasteel daarbij meer in de bewoonde wereld kwam te liggen. Ook aan het einde van de twaalfde eeuw lagen de dichtstbijzijnde boerderijen nog altijd op minstens 1,5 tot 2 kilometer afstand, waardoor de Hunenborg zijn geïsoleerde positie in een dichtbegroeid laaggelegen bosgebied behield.
Behalve deze bovengenoemde verspreid liggende boerderijenzwermen in de wijdere omgeving van de burcht lag circa 8 kilometer naar het zuiden de versterkte stedelijke nederzetting van Oldenzaal, het belangrijkste economische, politieke en religieuze centrum van het toenmalige graafschap Twente.111
Ootmarsum was in de actieve periode van de Hunenborg nog geen stad maar had indertijd wel een belangrijke centrale functie in dit deel van het bisdom Utrecht vanwege de aanwezigheid van zowel een belangrijke bisschoppelijke eigenkerk (Heilige Simon en Judaskerk) als een bisschoppelijke hof.112 Hemelsbreed lag Ootmarsum op minder dan 3 kilometer van de burcht, maar vanwege het moeilijk toegankelijke terrein zullen de toenmalige bewoners alleen via een omweg Ootmarsum hebben kunnen bereiken.
Uit dit alles blijkt dat de wijdere omgeving van het kasteel in de volle middeleeuwen al vrij dicht bewoond was. Het kasteel zelf kende echter geen directe ruimtelijke samenhang met dit oude cultuurland. Het Voltherbroek was toen nog grotendeels onontgonnen en alleen zeer extensief in gebruik. De bouwheer van de Hunenborg heeft een locatie uitgekozen die juist buiten het toenmalige bewoningsareaal viel en dus in de wildernis lag. Wel is er uiteraard de mogelijkheid dat één of meerdere boerderijen uit de wijdere omgeving heeft/ hebben gediend voor het levensonderhoud van de toenmalige kasteelbewoners en ook voor het onderhoud van het kasteel zelf.
Verbinding van de Hunenborg met de regionale en bovenregionale buitenwereld
Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat de Hunenborg opgetrokken is in het dichtbegroeide bosgebied van het Voltherbroek. Dit betekent dat de burcht ten tijde van de bouw en het gebruik van alle kanten werd omringd door wildernis. Toch zullen de kasteelbewoners waarschijnlijk niet als kluizenaars afgesloten van de buitenwereld hebben geleefd. Op welke wijze was de Hunenborg precies verbonden met de omliggende bewoonde wereld?
Om deze vraag te beantwoorden is het eerst van belang om te constateren hoe het routenetwerk rondom de Hunenborg er in de volle middeleeuwen er waarschijnlijk heeft uitgezien. We kunnen voor dit doel gebruik maken van de in hoofdstuk 2 gemaakte reconstructie van het wegennetwerk.
We hebben reeds geconstateerd dat walstructuur A, die aan de Hunenborg vast zit, heeft gefungeerd als weg. Voordat deze verhoogde weg werd aangelegd hebben we tevens aangetoond dat men dezelfde route benutte om naar de Hunenborg te komen. Aanwijzingen voor andere toegangswegen naar het kasteel zijn niet gevonden. Wanneer we naar de structuur van de weg kijken zijn twee punten opmerkelijk. In eerste instantie gaat de weg niet recht naar het zuiden, maar maakt deze een knik om in westelijke richting af te buigen naar de stuwwal van Ootmarsum. In tweede instantie loopt de weg dood in het Voltherbroek. Dat komt waarschijnlijk doordat de walstructuur in latere tijden is opgeruimd ter bevordering van de afwatering.
111 Scholte Lubberink 2011: 24.
112 Woolderink 2013.
 254























































































   254   255   256   257   258