Page 235 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 235

                                bodemprofiel waarop de wal is aangelegd. De grond waaruit het wallichaam bestaat is waarschijnlijk afkomstig uit de gracht. Vooral in het noordoostprofiel heeft de wal een meer gelaagde opbouw bestaande uit een afwisseling van enkele donkerbruin en sterk humeuze lagen en grijsbruine, lichtere gekleurde lagen. Op de walkern rusten enkele donkerbruingrijze tot bruingrijze, sterk doorwortelde en uitgedroogde zandlagen. Al deze lagen behoren tot de oorspronkelijke aanleg van de wal.62
Figuur 4.15: Opbouw van de wal in het noordoostprofiel.
4
Aan de buitenzijde van de wal is een ondiep donker spoor waargenomen. Dit spoor is eerder door Holwerda geïnterpreteerd als palissadegreppel omdat het de buitenste begrenzing van de wal vormde. Tijdens de opgraving in 2016 bleek echter dat dit de natuurlijke dagzoom in het talud van de gracht is: er is dus geen sprake is van een palissadegreppel.63
Het vlak
In het vlak zijn de reeds door Holwerda gekarteerde (paal)sporen opnieuw bekeken. De vullingen van deze sporen, die zijn ingegraven in de oudste ophogingslaag, komen overeen met de oudste in het noordoostprofiel waargenomen (paal)sporen. Ook deze vullingen bestaan namelijk uit verrommeld (dek)zand, dat afkomstig is uit de eerste ophogingslaag. Er zitten geen brokjes natuursteen in, hoewel in één van de gaten een grote veldkei is gevonden. De uitbraaksleuf van de steenbouw oversnijdt deze vlaksporen: ze dateren dus van vóór de steenbouw, maar van ná de ophoging van het middenterrein.64
Op drie plaatsen zijn in de proefsleuf de uitbraaksleuven van het reeds door Holwerda gekarteerde stenen gebouw aangetroffen. Deze vormen samen onderdeel van een rechthoekige ruimte die een omvang heeft van ongeveer 13,75 x 17 meter buitenwerks binnen de plattegrond van het stenen gebouw. De noordelijke uitbraaksleuven hebben een breedte van circa 2,2 meter. De minder brede zuidelijkste sleuf heeft een breedte van 1,6 meter en maakt deel uit van een aparte ruimte binnen het rechthoekige gebouw. Dit vertrek heeft een omvang van ongeveer 17 x 4,8 meter. Volgens Holwerda is deze ruimte opgedeeld
62 Scholte Lubberink et al. 2018: 75.
63 Scholte Lubberink et al. 2018: 76.
64 Scholte Lubberink et al. 2018: 72. Zie ook bijlage 4.1.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
  233
 






















































































   233   234   235   236   237