Page 236 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 236

                                Hoofdstuk 4
in kleinere ruimten door tenminste één dwarsmuur. Uit de opgraving van 2016 blijkt dat de ruimte tussen de zuidelijkste buitenmuur van de aanbouw en de wal tijdens het bestaan van de burcht is dichtgestort. De vulling van dit pakket bestaat uit grijsbruin tot lichtbruingrijs zand: op de wal is vervolgens een extra zandlaag opgebracht.65 De uitbraaksleuven hebben allemaal dezelfde vulling bestaande uit een mengsel van lichtbruingrijs matig grof zand met brokken en fragmenten zandsteen, keien, oer en mortel (figuur 4.16).66
Figuur 4.16: De uitbraaksleuf van de mogelijke aanbouw in het vlak. De stenen zijn afkomstig van een door Holwerda gedocumenteerd restant van de fundering van het natuurstenen gebouw.
Aansluitende walstructuren
Het hierboven beschreven wallichaam dat aan de Hoge Hunenborg vast zit behoort tot het derde onderdeel van de burcht (figuur 4.17 wallichaam A). De breedte van het wallichaam bedraagt 6 meter en de hoogte is ongeveer 60 centimeter ten opzichte van het fossiele maaiveld. Ter hoogte van het punt VO3 (zie bijlage 4.1) is een dwarsprofiel gegraven om inzicht te krijgen in de opbouw van de wal. Voor de ophoging heeft men gebruik gemaakt van lokaal gewonnen sterk lemig zand met humusvlekken en oranjebruine ijzervlekken. Aan de basis van de wal is het leemgehalte aanzienlijk lager dan aan de top.67 In het profiel zijn bovenin karrensporen waargenomen. Voordat de wal is opgeworpen heeft men deze route al gebruikt, want onder het wallichaam ligt een loopvlak.68
Verschillende onderzoekers hebben geopperd dat de Hunenborg deel uitmaakte van een systeem van wallen. Behalve de zojuist besproken wal zouden er nog omvangrijkere walstructuren zijn geweest die in verbinding stonden met de Hunenborg. Stork veronderstelde namelijk in 1844 dat tussen de kerk van Saasveld en het Voltherbroek destijds een landweer lag die helemaal doorliep naar de Hunenborg. Op sommige plekken dacht hij in dit defensiestelsel dubbele wallen te hebben waargenomen. Volgens hem ging het om een defensiewerk bedoeld om aanvallen vanuit het noorden te weren. Een wal ten oosten van
65 Scholte Lubberink et al. 2018: 72.
66 Scholte Lubberink et al. 2018: 73.
67 Scholte Lubberink et al. 2018: 58.
68 Scholte Lubberink et al. 2018: 59.
  234
























































































   234   235   236   237   238