Page 223 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 223

                                In het uit 1978 daterende artikel De Hunenborg bij Ootmarsum, een vroege bisschoppelijke burcht aan een voormalige Dinkelloop is Verlinde samen met Rob A. van Zuidam, op dat moment werkzaam aan het Internationaal Instituut voor Luchtkartering en Aardkunde (tegenwoordig ITC) te Enschede en Tieme Bruins van de Rijks Geologische Dienst nader ingegaan op de functies van de Hunenborg in relatie tot het fysische milieu.33 Op basis van archeologische, historische en geologische gegevens, als ook de interpretatie van luchtfoto’s en historische kaarten concludeerden zij dat de Hunenborg een twaalfde-eeuwse bisschoppelijke burcht moet zijn geweest die toentertijd aan een oude arm van de rivier de Dinkel lag.
Proefsleuvenonderzoek door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in 1994
In 1994 heeft de ROB onder leiding van de archeologe Ellen Vrenegoor vijf kleine proefsleuven door de gracht en wallen gegraven. Het doel daarvan was om vast te stellen
hoeveel grachtvulling van de deels verlande gracht verwijderd kon worden zonder de archeologische waarden aan te tasten (figuur 4.5).34 Vrenegoor concludeerde op basis van
de opgravingsresultaten dat zowel de binnen- als buitenwal zijn opgeworpen uit grond die is vrijgekomen bij het uitgraven van de gracht in de middeleeuwen. Zij vermoedde op basis van
een mogelijke grachtinsteek bij sleuf P1 (figuur 4.5) tussen de Hoge Hunenborg en de Lage Hunenborg dat deze gracht in twee fasen is aangelegd. Tijdens het proefsleuvenonderzoek 4 is aan de westzijde bij sleuf P4 (figuur 4.5) een kleine dam ontdekt bestaande uit resten eikenhout, vlechtwerk van voornamelijk wilg en soms els en veldkeien waartussen zand is geworpen. Vrenegoor heeft dit hout dendrochronologisch onderzocht en concludeerde dat
het gaat om secundair gebruikt constructiehout dat tussen circa 1155 (+/-6) AD en 1159 (+/- 6) AD is gekapt. Een deel van het vlechtwerk en bijbehorend organisch materiaal is botanisch onderzocht. Daaruit is gebleken dat er typische moerasplanten in de gracht groeiden. Zaden van rogge en andere gecultiveerde grassen duidden op akkerbouw in de buurt van de burcht. De planten van ruderale en verstoorde plaatsen waren matig vertegenwoordigd. Opvallend was een hoog aandeel hulstbladeren in de monsters. Andere macroresten waren afkomstig van els, es en esdoorn.35 De archeologen hebben tijdens het onderzoek verschillende vondsten gedaan, namelijk een fragment van een ruiterspoor, een bootshaak en diverse aardewerkscherven uit de elfde en/of twaalfde eeuw. In de westelijke grachtvulling zijn keien en restanten van Bentheimer zandsteen aangetroffen.
Booronderzoek op de Lage Hunenborg in 2005
In het kader van de actualisatie van het monumentenregister heeft Archeologisch Adviesbureau RAAP in 2005 booronderzoek uitgevoerd op de Lage Hunenborg.36 Uit dit onderzoek bleek dat de bodem op de voorburcht behoorlijk was verstoord als gevolg van vroegere egalisatiewerkzaamheden. Behalve enkele fragmenten kogelpotaardewerk hebben de archeologen geen antropogene indicatoren aangetroffen. De oostelijke gracht was volgens hen nog grotendeels intact, maar liep in het noorden dood tegen de landerijen van de boerderij van de familie Oudehengel. De noordelijke gracht was 1,2 meter diep en lag deels in een oude beekloop. Deze oude loop zou volgens de onderzoekers ook onder de ophoging van de Lage Hunenborg liggen. De westelijke gracht was het minst diep: de grachtbodem lag daar op circa 70 centimeter diepte.
Interdisciplinair landschapsarcheologisch onderzoek in 2016
In 2013 hebben Spiekhout en Smeenge in het artikel De Hunenborg, een tweeledige ringwalburcht in Volthe geopperd dat het van belang is om meer inzicht te verkrijgen in de datering en functie van de Hunenborg door middel van gericht archeologisch onderzoek.37 Met deze gegevens zou het namelijk mogelijk zijn om de historische en landschappelijke context van het kasteel beter te duiden en de bestaande hypothesen testen. De terreinbeheerder Landschap Overijssel heeft naar aanleiding van dit artikel besloten om het terrein van de Hunenborg opnieuw in te richten. Ter voorbereiding hiervan is in 2015 en 2016 door
33 Verlinde et al. 1978.
34 Interne documentatie E. Vrenegoor, afkomstig uit archeologisch depot Overijssel.
35 Vreenegoor et al. 1995: 1.
36 De Haan 2005.
37 Spiekhout & Smeenge 2013.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
 221
 
















































































   221   222   223   224   225