Page 219 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 219

                                op de Hoge Hunenborg. Volgens hem lagen in 1847 ter plekke wel andere stenen waarop resten van metselspecie te zien waren, namelijk Bentheimer zandstenen, keien en tufstenen. Op de Lage Hunenborg lagen volgens Stork geen zichtbare archeologische sporen, hoewel hij daar een brug over de gracht had verwacht.14
Figuur 4.3: Plattegrond van de Hunenborg in 1847. Op deze schetskaart zien we de Hoge en de Lage Hunenborg aangegeven evenals de locatie van bouwsporen op het eerstgenoemde deel van de burcht. Het zuiden is boven.
De anonieme schrijver gaat niet dieper in op de uitkomsten van de opgravingen, maar de toenmalige conservator van het Rijksmuseum van Oudheden, Leonardus F.H. Janssen, vermeldt in zijn in 1848 uitgegeven boek Drentsche Oudheden dat op de Hunenborg een opgraving heeft plaatsgevonden. Janssen was in 1846 afgereisd naar de Hunenborg en heeft toen met voornoemde heren Molhuijsen en Stork de plek bezocht. Tot een opgraving is
14 Anoniem 1847: 203-204.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
 4
 217
 



























































































   217   218   219   220   221