Page 217 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 217
Figuur 4.2: De ligging van de Hunenborg ten opzichte van de huidige topografie. 4.2 Voorgaand onderzoek
Waarnemingen en hypothesen van negentiende-eeuwse oudheidkundigen
Al meer dan drie eeuwen vormt de oorsprong en ouderdom van de Hunenborg een bron van speculatie. In 1660 wist dominee Johan Picardt (1600-1670) in zijn Korte Beschryvinge van eenige Vergetene en Verborgene Antiquiteten Der Provintien en Landen gelegen tusschen de Noord-Zee, de Yssel, Emse en Lippe te melden dat destijds tussen Ootmarsum en Oldenzaal in het buurschap Volthe een vervallen en verwilderde herenzaal of paleis lag.1 Op dit soort plekken werden volgens hem in vroegere tijden publieke vergaderingen gehouden en audiënties gegeven. Dat dit verhaal klaarblijkelijk in de tijd van Picardt nog rondzong in de kringen van oudheidkundig geïnteresseerden is opvallend. We zouden hieruit af kunnen leiden dat de burcht van bovengemiddelde betekenis werd geacht.
De Oldenzaalse rector Jan Weeling deelt in 1837 de mening van Picardt niet. Hij meent in de Hunenborg eerder een versterking dan een paleis te zien.2 Volgens hem hadden bewoners uit de omgeving allerlei verklaringen bedacht over de herkomst van het kasteel. Zo zouden er ‘Hunnen’ hebben gewoond die via een weg in het moeras, de zogenoemde Zilver Straat,
1 Picardt 1660: 80-81.
2 Weeling 1837: 7-24.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
4
215