Page 212 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 212

                                Hoofdstuk 3
rand van het dekzand- en keileemlandschap naar het beekdal toe gesitueerd. Deze locatie heeft Wittesheuvel ook: Borgbarchien en Wittelte-II liggen lokaal iets verder weg van de essen.
Moeten we de locatiekeuze van deze adellijke huizen verklaren als strategisch? Edelen kozen binnen hun eigen goed een geschikte locatie uit om een huis te bouwen. Door de politiek instabiele situatie in Drenthe in de dertiende en veertiende eeuw voelden zij zich mogelijk genoodzaakt om op zulke kruisingen van landroutes en beekdalen kastelen op te trekken. Het probleem is dat we voor de meeste edelmanswoningen niet weten of ze waren versterkt en als we dat al zouden weten, wanneer de versterking zou zijn gerealiseerd. Ook andere motieven hebben zeer waarschijnlijk een rol gespeeld. Zo waren de heren Van Echten en van Ruinen actief betrokken bij de ontginningen in Zuidwest-Drenthe. Een gedetailleerde reconstructie naar het Zuidwest-Drentse kastelenlandschap zou hier meer duidelijkheid over kunnen geven.
Het kastelenlandschap van de Regge en de Vecht
Langs de rivier de Regge lagen van zuidoost naar noordwest, wanneer de gegraven Regge van Zuidwest-Twente niet wordt meegerekend, de kastelen Koohorst, Grimberg, Den Dam, Ter Molen, Rhaan, Eerde en, op de plek waar de Vecht en Regge samenvloeiden, Laar. Aan de Vecht waren van noordoost naar zuidwest gezien de burchten Gramsbergen, Jodenkerkhof, Hardenberg, Beerse, Gerner, Rechteren, Rutenberg, Campherbeek, Kranenburg, Den Doorn, Haersolte en Terwee opgetrokken. Vollenhove, dat omstreeks 1400 aan de Zuiderzee lag, was toegangspoort van het Oversticht.
De oudste fase van dit kastelenlandschap vinden we vertegenwoordigd in het in 1165 gebouwde kasteel Vollenhove. Deze bisschoppelijke burcht is gebouwd bij een domaniale hof waar de bisschop het Oversticht binnenkwam wanneer hij met een schip via het Almere en de Nagele vanuit Utrecht reisde. In deze tijd lag rondom Vollenhove een dik pakket veen dat in de eeuwen daarna verdween als gevolg van ontginningen. Via de Vecht kon de bisschop verder zijn tocht landinwaarts vervolgen naar bijvoorbeeld de burcht Coevorden.
De tweede fase van dit kastelenlandschap dateert van de dertiende eeuw. Toen liet de bisschop in 1230 de burcht Hardenberg bouwen om vanuit daar de macht van de ontrouwe burggraaf van het bisschoppelijk kasteel Coevorden te bedwingen. Deze fase hangt samen met het begin van de verzwakking van de bisschop als territoriaal machthebber als gevolg van de Slag bij Ane. Coevorden is vanuit Hardenberg gezien aan een bovenloop van de Vecht gesitueerd. Hardenberg lag precies op de plek waar de Vecht werd gekruist door een belangrijke landroute tussen Drenthe (de Hereweg) enerzijds en Bentheim en Salland anderzijds. Door hier een burcht te bouwen kon de bisschop al het verkeer over land en water tussen Coevorden en het zuiden controleren. Mogelijk dateert ook het terrein Jodenkerkhof uit de dertiende eeuw, want de situering in een meander van een rivier lijkt op die van verschillende Gorechtse en Zuidwest-Drentse burchten.
De meeste kastelen langs de Regge en de Vecht behoren tot de derde fase. De oudste burcht uit deze fase is Rechteren (1315). Veel Sallandse en Twentse edelen probeerden toen hun huis te versterken met militair-functionele verdedigingsarchitectuur. Het gaat om Koohorst, Grimberg, Ter Molen, Rhaan, Eerde, Laar, Gramsbergen, Gerner, Rechteren, Rutenberg, Kranenburg en Haersolte.347 Dit gebeurde in een periode waarin de bisschop er niet voldoende in slaagde het versterkingsregaal te handhaven. Veel van voornoemde huizen zullen dan ook zonder bisschoppelijke toestemming zijn versterkt, hoewel Rechteren wel versterkingsrecht heeft verkregen. Mogelijk horen de huizen Den Dam, Beerse en Den Doorn ook tot deze groep, maar het is onbekend of ze in de middeleeuwen verdedigingsarchitectuur hadden. Van de versterking op het terrein Terwee, die een mogelijke voorloper was van het gelijknamige adellijke huis, is onbekend wanneer ze werd opgetrokken. Morfologisch gezien lijkt deze op Wittelte-II, Ramele, het Bolwerk en Wolfsbarge, maar ook van deze terreinen is de datering niet zeker.
347 Betreffende kasteel Laar is het niet duidelijk aan welke historische vermelding het archeologische terrein gekoppeld kan worden, zie ‘Laar’ in de catalogus.
 210

























































































   210   211   212   213   214