Page 210 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 210
Hoofdstuk 3
Omstreeks 1300, toen de prefect nog een autoriteit was, werden er nog steeds kastelen opgetrokken in het Gorecht. Voor zover we kunnen aantonen zijn de meeste van deze kastelen door de leden van de prefectenfamilie gebouwd. Zo was het reeds genoemde kasteel Selwerd, dat rond 1311 waarschijnlijk al bestond, de stamburcht voor één van de drie takken van de burggravenfamilie: de Van Gronebeke's/Van Selwerds. Rond 1300 werd tevens de nabijgelegen burcht Elba gebouwd, waarvan we overigens niet precies weten hoe deze functioneerde en door wie hij was aangelegd. Misschien dat het in 1339 gesloopte Vrydemahuis ook in deze periode is opgetrokken.
De verschillende partijen in deze regio hebben zich in de veertiende eeuw als bestuurseenheden ontwikkeld, zoals de Friese landsgemeenten en het stadsbestuur. De Groningers en de omringende landsgemeenten, die in de decennia daarvoor met elkaar hadden gestreden, gingen rond 1350 samenwerken om veiligheid in eigen streek te garanderen.341 Deze samenwerking betekende onder meer dat Groningers burchten rondom de stad lieten slopen. Zo voorkwamen ze dat deze kastelen als uitvalsbases werden gebruikt in eventuele toekomstige conflicten, zoals bijvoorbeeld nog met het Cortinghuis in 1336/1337 en de Gronenburg in 1338 het geval was geweest.342 De Drenten hadden zelfs in 1339 nog steeds hun eigen versterking, Munitio Threntonum, liggen in een grensgebied van Drenthe met het Gorecht. Mogelijk is dit dezelfde versterking als Nut-/Mitspete en de in 1357 gesloopte de Veste up der were. Tegen rovende edelen traden deze partijen hard op. Zo namen ze de roofridder Rolf Prediker, kastelein van Selwerd, gevangen waarna ze hem vervolgens ter dood veroordeelden.343 De Groningers kochten in 1361 deze burcht en lieten het daarna slechten.
Behalve voornoemde bouwwerken lagen in het Gorecht en de Kop van Drenthe nog andere mogelijke kastelen. Ze functioneerden in de late middeleeuwen als woningen voor edellieden, maar we weten niet of ze verdedigbaar waren. Het gaat om Mensinge, Ter Hansouwe, het huis Peize en Hemmen. De Waterburcht, een terrein waarvan zeker is dat er een middeleeuws kasteel heeft gestaan maar waarvan we niet precies weten wanneer het is gebouwd, functioneerde rond 1400 als huis van de familie Ter Borch.
Rond 1390 zullen de meeste militair-functionele kastelen rondom de stad Groningen op last van het stadsbestuur en de Friese landsgemeenten zijn gesloopt. De bisschop van Utrecht had zich tot dan grotendeels afzijdig gehouden als wereldlijk heerser. Bisschop Frederik van Blankenheim voerde echter een ander beleid: hij wilde dat de stad Groningen hem erkende als de rechtsmatige heer. Toen de Groningers dit weigerden verklaarde Frederik hun de oorlog. De bisschop en zijn bondgenoten, de steden Utrecht, Amersfoort, Zwolle, Deventer en Kampen, bouwden in dit conflict versterkingen tegen de stad Groningen. Deze kastelen- en landwerenpolitiek maakte deel uit van een strategisch masterplan om de transportroutes over land en water naar de stad af te sluiten om zo het handelsverkeer te blokkeren.344 De steunpunten zijn tussen 1400 en 1405 gebouwd en in dat laatste jaar ook alweer afgebroken nadat de bisschop en de stad tot een overeenkomst waren gekomen. De in de kop van Drenthe gelegen kastelen Blankeweer, Blankevoorde, Eelde, Peize en Ammerckehoern behoren tot deze vierde fase van dit kastelenlandschap, evenals de landweer bij Blankeweer. Mogelijk dateert Wolfsbarge, mits de veronderstelling klopt dat dit identiek is aan het Bolwerk Blankeweer, ook uit deze fase. Nadien zijn er geen andere versterkingen meer gebouwd in het noordelijk Oversticht.345
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Drenthe
Langs de zuidrand van het Drents plateau, op de plekken waar het dekzand- en keileemlandschap overgaat in voedselrijke beekdalen en moerassige veengronden, liggen
341 Van den Broek 2007: 312.
342 Van den Broek 2007: 293. Deze auteur veronderstelt dat Selwerd in deze tijd is verwoest, maar het is niet duidelijk waarop deze veronderstelling gebaseerd is. Zie Van den Hombergh & Van der Werff 2012: 47 en voetnoot 2.
343 Zie ‘Selwerd’ in de catalogus
344 Zie bijlagen hoofdstuk 3 voor de oorkonden en een reconstructie van de Utrechts-Groningse oorlog. 345 We hanteren het jaartal 1450 als eindpunt, hoewel daarna wel weer versterkingen zijn gebouwd zoals Weerdenbras.
208