Page 211 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 211
het kasteel Batinge, de versterkingen Borgbarchien, Wittesheuvel en Wittelte-II, en de adellijke huizen Echten, Oldenhove, Ansen en Oldengaerde.
Het oudst gedateerde terrein in dit gebied is de versterking Borgbarchien. De familie Van
Ansen heeft waarschijnlijk dit mogelijke mottekasteel laten bouwen: zij was tussen het einde
van de twaalfde eeuw tot aan het begin van de veertiende eeuw grootgrondbezitter in de
marke Ansen.346 De opdrachtgever koos een strategische plek uit, namelijk een bocht van
de oude Aa vlakbij een oversteekplaats door deze waterloop. Daar kon de reiziger vanuit Steenwijk naar Ansen gaan en vanuit daar zijn reis voortzetten in Drenthe. Een dergelijke strategische situering zou passen in de periode van de partijstrijd in het noordelijk Oversticht
in de dertiende en veertiende eeuw. De grenzen van Drenthe waren vooral in de dertiende
eeuw van belang, aangezien ze toen het territorium van de Coevordense/Drentse/ Gelkingse
partij scheidden van dat van de bisschoppelijke partij. Borgbarchien zal langere tijd hebben gefunctioneerd, want de eigenaar heeft gaandeweg het bestaan de loop van de Oude Aa 3 noodgedwongen moeten verleggen, aangezien de bocht steeds dichter bij de heuvel kwam
te liggen en deze zelfs ging ondergraven.
Een soortgelijk terrein als Borgbarchien is Wittesheuvel, dat vooralsnog aangeduid kan worden als een mogelijk mottekasteel. Het is van deze site onduidelijk wie de versterking heeft gebouwd, wanneer dat gebeurde en hoelang ze heeft bestaan. Een middeleeuwse datering is, gezien de vorm, aannemelijk. De locatie van Wittesheuvel is net iets anders dan die van Borgbarchien, aangezien het terrein aan de rand van oud cultuurland ligt en niet middenin een beekdal. Ten zuidoosten van de mogelijke motte liggen verschillende dekzandkoppen die zich in zuidoostelijke richting uitstrekken. De reiziger kon hier het beekdal van de Dwingelderstroom doorkruisen. Vanuit het zuiden gezien was dit na Borgbarchien de tweede passagemogelijkheid om vanuit Steenwijk Zuidwest-Drenthe binnen te komen. Hoewel we geen aanwijzingen hebben dat hier een belangrijke route lag, mogen we niet uitsluiten dat Wittesheuvel iets te maken heeft met de oversteekmogelijkheid door het brede beekdal. Deze locatiekeuze zou dan ook goed passen bij de partijconflicten uit de dertiende en veertiende eeuw.
Wittelte-II vertoont een duidelijke relatie met de landroute die van Steenwijk naar Zuidoost- Drenthe leidde, aangezien de landweer deze passagemogelijkheid afsloot. Alleen ter hoogte van Wittelte-II kon de reiziger de route vervolgen. Een versterking hier had dus als doel de weg te controleren. Het is de vraag of we in deze sterkte ook een dertiende-eeuwse burcht mogen zien, aangezien de combinatie landweer-versterking alleen bekend is uit de veertiende en vijftiende eeuw. Archeologisch onderzoek zou hier meer duidelijkheid over kunnen verschaffen. Net als Borgbarchien en Wittesheuvel zou de locatie van Wittelte-II goed passen in de periode van de partijstrijd in het noordelijk Oversticht.
Van de zojuist besproken middeleeuwse versterkingen weten we dus niet precies wanneer ze zijn gebouwd, hoelang ze in gebruik zijn gebleven, wie de bouwheer was en waartoe ze precies dienden. Gezien hun ligging en vorm kan aangenomen worden dat ze in ieder geval in hoofdzaak een militaire functie hebben gehad.
Van de in Zuidwest-Drenthe gelegen edelmanshuizen is – op Batinge na – niet bekend of ze in de middeleeuwen een vorm van versterkingsarchitectuur hadden. Vooral in Ruinen (Oldenhave) zouden we verwachten dat hier een kasteel stond, aangezien deze familie een eigen heerlijkheid bezat. Vergelijken we de ligging van deze huizen met die van Borgbarchien, Wittesheuvel en Wittelte-II, dan valt op dat Oldenhave en Echten net als deze sites bij oversteekplaatsen in beekdalen liggen. Het gaat in alle gevallen om routes tussen Overijssel en Drenthe. Oldehave, Echten, Borgbarchien, Wittesheuvel en Wittelte-II vormden de toegangspoorten van het Drents Plateau. Ook de andere edelmanswoningen Batinge, Oldengaerde en Ansen liggen in de buurt van plekken waar een beekdal kon worden doorkruist. Qua ligging ten opzichte van het oude cultuurland zijn de edelmanshuizen aan de
Het territoriale machtslandschap
346 Zie Spek 2004a: 435.
209