Page 213 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 213
Dit veertiende-eeuwse kastelenlandschap veranderde vanaf ongeveer 1340 en vooral vanaf 1350, toen de bisschop de macht in zijn territorium kon herstellen met behulp van de Sallandse hoofdsteden. Als gevolg van de maatregelen van deze partijen tegen kastelenbouw door edelen hadden voornoemde burchten rond 1400 geen of een beperkte mate van verdedigingsarchitectuur.
De bouw van het bisschoppelijk kasteel Hardenberg-II kunnen we ook tot deze consolidatiefase
rekenen. Bisschop Floris van Wevelinckhoven wilde dat deze burcht Salland zou beschermen.
Het eerder gebouwde Hardenberg-I was ten tijde van de bouw van Hardenberg-II al geruime
tijd buiten gebruik. Toen Frederik van Blankenheim ook het noordelijk deel van het Oversticht
in handen kreeg was Hardenberg-II niet meer nodig; het waren nu de bisschoppelijke kastelen Coevorden, de Slingeborg en Venebrugge die de grenskastelen van het Sticht in deze regio vormden. Wie omstreeks 1400 stroomafwaarts over de Vecht of Regge reisde, zou een kastelenlandschap waarnemen van adellijke huizen waarbij de nadruk van de architectuur lag 3 op de status. Aan het einde van de tocht werd de reiziger beloond met het zicht op een echt middeleeuws kasteel: Vollenhove.
Het kastelenlandschap tussen Zwolle en Deventer
In het kastelenlandschap tussen Zwolle en Deventer treffen we verschillende landschapstypen aan, zoals het keileem-en dekzandlandschap van Salland, de agrarische veenontginningen rondom Zwolle en het rivierenlandschap van de IJssel. Daarbinnen ligt de laatste te bespreken opmerkelijke concentratie kasteelterreinen: Campherbeek, Kranenburg, Den Doorn, Haersolte, Mastenbroek-Ludiken, Mastenbroek-Bertold, Werkeren, Voorst (I t/m III), Westenrode, Buckhorst, Zuthem, Heino, Bredenhorst, Nijenhuis, Krijtenberg, Ramele, Duur, Wezenberg, Wesepe, Hoenlo, Boxbergen, Bolwerk Deventer, Yperenberg, Koerhuis en Swormertoren. Waarschijnlijk heeft de burcht van Lambert Rethering ook in dit gebied gestaan.
De oudste versterking in dit kastelenlandschap was de stad Deventer. Nadat de Noormannen aan het einde van de negende eeuw de nederzetting hadden verwoest, liet de koning er een D-vormige versterking om heen aanleggen, om herhaling te voorkomen. De constructie daarvan stond los van de ontwikkeling van bisschoppelijke territoriale macht, aangezien de bisschop toen nog geen wereldlijke macht uitoefende. De omwalling van Deventer werd rond het midden van de elfde eeuw uitgebreid.348 Mogelijk functioneerde Deventer toen ook nog als bisschoppelijke steunpunt.
Pas rond het eerste kwart van de dertiende eeuw vinden we de vroegste aanwijzing voor kastelenbouw in deze streek. Te Buckhorst, aan de zuidwestzijde van Zwolle aan de overzijde van de IJssel, stond een kasteel van de gelijknamige edelvrije familie. Het is goed mogelijk dat de heer van Buckhorst ook al in de twaalfde eeuw een kasteel had, gezien zijn status.349 De ministerialen Van Voorst hadden aan de Overstichtse zijde van de IJssel in deze periode twee kastelen tot hun beschikking.
De meeste kastelen tussen Zwolle en Deventer zijn gebouwd in de veertiende eeuw. Veel Sallandse edelen probeerden toen op leen- of eigen goed een versterkt huis te bouwen. Dat deden ze bij voorkeur in een laaggelegen gebied. Het ging hun daarbij om goed verdedigbare sterke stenen huizen, die bij voorkeur werden voorzien van meerdere wallen, grachten en eventueel bolwerken. Het kasteel Voorst-III stond volgens Beke omstreeks 1350 bekend als het sterkste kasteel in dit gebied. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat Voorst een stevige ringmuur had, een ommuurde voorburcht en een uitgebreid meervoudig wallen- en grachtenstelsel dat volgens historische bronnen een derde voorburchtterrein omsloot.
Of de andere kastelen er ook zo uitzagen, is tot op heden nog niet onderzocht. De versterkingen Wesepe en Ramele hebben wel een meervoudige wallen- en grachtenstelsel, maar daarvan is onbekend door wie ze zijn aangelegd. De bouwheren van Duur, Hoenlo,
348 Bartels 2006: 85, 210.
349 Zie Buckhorst in de catalogus: de familie was eerst edelvrij en daarna ministeriaal
Het territoriale machtslandschap
211