Page 206 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 206

                                204
Hoofdstuk 3
De samenwerking tussen de bisschop en de drie Sallandse hoofdsteden kwam ook tot uiting in de bouw en het beheer van nieuwe verdedigingswerken. De bisschoppelijke kastelen Arkelstein en de Waardenborg maakten deel uit van de Sallandse landsweer tussen Deventer en Holten, die de grens met Gelre verdedigde. Vooral de stad Deventer had geholpen met de constructie van zowel deze kastelen als de landweer. De steden waren tevens betrokken bij de aanstelling van de kasteleins op de bisschoppelijke burchten. Behalve deze bisschoppelijke kastelen lagen in de landweer verschillende kleinere verdedigingswerken die de stad Deventer beheerde.
In deze fase sloot de bisschop de noordoostgrens van Salland af door kasteel Hardenberg- II te laten bouwen. Kasteel Vollenhove functioneerde in deze periode nog steeds als bisschoppelijk kasteel dat het land van Vollenhove en Salland van de noordwestkant beschermde. Gedurende de aanstelling van Floris van Wevelinkhoven werd deze verdedigingslinie langs de grenzen van Salland en Vollenhove voltooid. Dit is de eerste keer dat er sprake was van een systematisch georganiseerde territoriale grenskastelenpolitiek. De andere bisschoppelijke kastelen buiten Salland en Vollenhove, namelijk Lage, Goor en Diepenheim, waren echter verpand en ook Coevorden was naar alle waarschijnlijkheid reeds verpand tijdens het bewind van Jan van Diest. Kasteel Arkelstein is zelfs korte tijd verpand, maar de Sallandse steden hebben geholpen om de pandsom in te lossen. In 1380 is hetzelfde voor Diepenheim gebeurd.
In deze fase zien we de eerste aanzetten van iets wat later de regel zou worden, namelijk een ambtskasteel dat het symbolische, militaire, juridische en economische centrum van een district vormde. De daarbij behorende ambten werden bekleed door ambtmannen die in ruil voor hun diensten geen erfelijk leen maar een vergoeding kregen. Het kasteel Arkelstein is het eerste bisschoppelijke kasteel dat op dergelijke wijze is georganiseerd. Omdat de drie Sallandse steden de bisschop steunden, wisten zij veel invloed uit te oefenen in de benoeming van de ambtmannen. Daarmee probeerden de steden vooral tegen te gaan dat de bisschop deze kastelen verpandde aan vijandige edelen waardoor de controle over een kasteel werd verloren. Geleidelijk zorgden de steden ervoor dat niet meer het kasteel zelf werd verpand, maar het ambt. Zij hebben tevens in tijden van bisschoppelijke geldnood zelf kastelen in pand genomen om te voorkomen dat deze vervreemd raakten.
Niet alleen de exploitatie was nieuw, maar ook de vorm van de hoofdburcht. Arkelstein en de Waardenborg hadden beide een vierkante- of rechthoekige plattegrond. Ook nieuw was de aanleg van het grote defensiesysteem van de Sallandse landweer, waar de Waardenborg aanvankelijk de afsluiter van was. Ter plekke kwamen twee voor de Hanze belangrijke doorgaande wegen samen die vervolgens westelijk richting Deventer voerden. De Waardenborg was de poort van Salland. Geen wonder dat de Deventenaren probeerden zoveel mogelijk inspraak te krijgen in de exploitatie van dit kasteel. Dezelfde situatie vinden we aan de noordoostelijke kant van Salland terug bij Hardenberg. Op deze plek kwamen zowel de Hanzewegen uit Drenthe als uit Bentheim samen. Arkelstein, het belangrijkste Sallandse kasteel, lag niet bij zo’n knooppunt van wegen. Het maakte echter wel deel uit van de Sallandse landweer, die niet alleen de Hanzehandel beschermde, maar ook de grens met Gelderland verdedigde.
Fase 4b: circa 1400-1450: consolidatie van de territoriale macht in Twente, Drenthe en het Gorecht.
Met de aanstelling van Frederik van Blankenheim als bisschop van Utrecht veranderde de kastelenpolitiek. Waar zijn voorgangers eerst vooral Salland hadden teruggewonnen en geconsolideerd met kastelen en landweren, aasde Frederik van Blankenheim op herstel van de bisschoppelijke rechten in het gehele Oversticht. Om dit doel te bereiken paste hij verschillende vormen van kastelen- en landwerenpolitiek toe. Hij wist de voormalig bisschoppelijke kastelen Coevorden en Kuinre weer onder zijn macht te brengen en liet in beide gevallen ter plekke een nieuw kasteel bouwen. Betreffende Coevorden liet Frederik een vierkante of rechthoekige hoofdburcht optrekken en op kasteel Kuinre liet hij het reeds bestaande ronde stelsel van wallen en grachten aanpassen. Frederik van Blankenheim



























































































   204   205   206   207   208