Page 205 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 205

                                In 1391 waren de bisschop en de steden nauw betrokken bij de ontwerpplannen van kasteel Buckhorst. Johan van Buckhorst had namelijk in een oorkonde beloofd dat hij en zijn nakomelingen het huis Buckhorst, dat Johan aan het bouwen was en waarvan de vorm was toegestaan, niet zou versterken zonder toestemming van voornoemde partijen.330
We kunnen op basis van deze gegevens concluderen dat niet alleen de hoofdburcht zelf,
maar ook de omringende versterkingen door de bisschop en de Sallandse hoofdsteden
als bedreigend werden beschouwd, evenals een lage en natte ligging. Wat precies de voorburchten en bolwerken inhielden, valt niet met zekerheid te zeggen door gebrek aan archeologische gegevens, maar over de grachten kunnen we op grond van archeologische gegevens wel een verklaring geven. Het gaat hier om stelsels met meervoudige grachten
en wallen. Immers, de verwoeste kastelen Voorst en Eerde hadden zo'n stelsel en in de oorkonde van kasteel Rutenberg wordt gedoeld op de aanleg van meer dan één gracht
rondom de reeds bestaande gracht. Betreffende de vermelding over de lage ligging zouden 3 we voorzichtig kunnen stellen dat alle geïnventariseerde mogelijke kastelen, die gelegen
waren in een laagte, beekdal of direct langs een rivier, daar om (meer) militair-functionele redenen zijn aangelegd. Deze observatie maakt het nog waarschijnlijker dat zij onder onze werkdefinitie van kasteel vallen. Deze veronderstelling zou in de toekomst archeologisch moeten worden getest.
Uit de Deventer kameraarsrekeningen blijkt ook dat onder militair-functioneel kastelenbouw de gracht(en) moeten worden verstaan, aangezien Deventenaren in het geval van de ‘tymmeringhe’ van Lambert Rethering de gracht(en) dichtmaakten. Maar ook de hoofdburcht kon als dreigend worden beschouwd, want te Wezenberg staken de Deventenaren het gebouw met teer in brand en sloopten ze vervolgens de kelder eruit. Mogelijk was de hoofdburcht van Wezenberg een bergvrede op een stenen sokkel die verder uit hout bestond (zie paragraaf 3.4).
Figuur 3.10: Het Bolwerk bij Noordlaren was voorzien van een stelsel van meervoudige wallen en grachten. Deze verdedigingsvorm werd door de bisschop en de Sallandse steden als bedreigend ervaren wanneer edelen dit toepasten voor hun stamkastelen. Na 1380 is deze vorm van verdediging voor de adel verboden en wordt deze alleen nog maar toegepast door de bisschop, zoals bij Kuinre-II en Arkelstein.
330 RHA nr. 121; ZR I nr. 333.
Het territoriale machtslandschap
  203
 






















































































   203   204   205   206   207