Page 186 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 186
Hoofdstuk 3
Vorm van kastelenpolitiek
Bisschoppelijke kastelen circa • 1050/1125-
Bisschoppen die aantoonbaar 1450
kastelen bouwden of aankochten:
Willem I of Koenraad, Hartbert • van Bierum; Godfried van
Rhenen; Wilbrand van Oldenburg;
Hendrik van Vianden; Gwijde van
Avesnes; Jan van Diest; Jan van • Arkel; Floris van Wevelinkhoven;
Frederik van Blankenheim; Rudolf
van Diepenholt
Kastelen die door de bisschop circa • in leen zijn uitgegeven of aan 1050/1125-
Leenstelsel tot circa 1320 gebruikt om burggraaf/kastelein en borgmannen aan te stellen
hem werden opgedragen 1430
Bisschoppen die aantoonbaar het
leenstelsel gebruikten:
Hartbert van Bierum; Jan van
Nassau (elect); Gwijde van • Avesnes; Frederik van Sierck; Jan
van Diest
Let op (!) leenband is erfelijk en • blijft veelal lang bestaan
Open huizen circa 1250- •
Bisschoppen die aantoonbaar een • open-huisverdrag uitvaardigden:
Hendrik van Vianden; Frederik
van Sierck; Jan van Diest; Jan van
Arkel
Verpande kastelen of in pand circa 1250- •
genomen kastelen
Bisschoppen die aantoonbaar panden of verpandden: Hendrik van Vianden; Jan van Diest; Jan van Arkel; Jan van Virneburg, Floris van Wevelinkhoven; Frederik van Blankenheim; Rudolf van Diepenholt
1450>
Gebruiksduur Uitwerking
Eerste permanente bisschoppelijke
kastelen Schulenborg (en waarschijnlijk de Hunenborg) militair, andere functies (nog) niet aangetoond
Vanaf Coevorden (circa 1140) tot circa
1350 bisschoppelijke kastelen aantoonbaar gebruikt als multifunctionele centra, bedoeld als wereldlijke steunpunten voor de bisschop Tot 1350 vooral individuele steunpunten, geen aantoonbare samenhang tussen bisschoppelijke kastelen. Erfelijke lenen voor burggraaf/kastelein en borgmannen
• Na 1350 wel samenhang tussen de kastelen; grensverdediging van eerst Salland en na 1400 het Oversticht
• Nu geen erfelijke leen meer maar afzetbare kasteleins door middel van een pandsom bij ambtsaanvaarding
• De drie Sallandse hoofdsteden krijgen vanaf circa 1380 veel invloed op de aanstelling van de kastelein in ruil voor financiële, militaire en diplomatieke steun aan de bisschop
• Aangezien de lenen erfelijk waren bleven vooral de borglenen voor de borgmannen tot na 1450 bestaan hoewel de functies van de borgmannen waren veranderd Opdragen van niet-bisschoppelijke kastelen in leen tussen circa 1300-1430, vaak in combinatie met open-huisverdrag en versterkingsrecht
Ook deze leenbanden blijven bestaan tot in de vijftiende eeuw of langer
Veelal uitgevaardigd in combinatie met 1400 belening en versterkingsrecht
Geen aanwijzingen dat de bisschop tijdens oorlog daadwerkelijk één van deze huizen heeft gebruikt als militair steunpunt
Verpanding was tot circa 1350 vooral uit
geldnood
• Na 1350 en vooral na 1400 moesten
kasteleins van de bisschoppelijke kastelen een pandsom voorafgaand aan hun functie betalen; veelal het bedrag dat de bisschop schuldig was aan de vorige kastelein
• Vanaf circa 1350 en vooral vanaf circa 1380 in toenemende mate inspraak van de drie Sallandse hoofdsteden op de verpandingen
Tabel 3.1: De langetermijnontwikkeling van kastelenpolitiek van de Utrechtse bisschoppen. 184