Page 185 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 185
Op dezelfde wijze als bij Arkelstein loste Floris van Wevelinkhoven met hulp van de steden in 1380 ook de pandsom van Diepenheim in.269 Ten tijde van deze bisschop zien we hier voor het eerst een ontwikkeling optreden die later voor de meeste kastelen de regel werd, namelijk dat de kastelein de schuld van de vorige kastelein afbetaalde.270 Daarnaast kregen de drie Sallandse hoofdsteden meerdere malen een burcht in pand omdat zij geld hadden voorgeschoten voor de bisschop. Zo werd in 1397 kasteel Vollenhove als onderpand gegeven.271
Behalve de vele verpandingen heeft de bisschop slechts één kasteel in pand genomen, namelijk Neuenhaus in 1418.272 Over het algemeen was de bisschop niet in staat zelf geld uit te lenen aan anderen door zijn zwakke financiële positie.
Langetermijnontwikkeling van de kastelenpolitiek van de Utrechtse bisschoppen in het Oversticht (circa 1050 tot circa 1450) 3
De kastelenpolitiek van de Utrechtse bisschoppen
In voorgaande paragrafen is geanalyseerd welke verschillende rechtsvormen de Utrechtse bisschoppen gebruikten in hun kastelenpolitiek in de periode 1050-1450.273 Hieronder proberen we dit geheel in een langere tijdlijn te plaatsen, welke schematisch is weergegeven in tabel 3.1.
Vorm van kastelenpolitiek
Gebruiksduur Uitwerking
Bisschoppen die aantoonbaar het 1450 versterkingsrecht toepasten door niet-bisschoppelijke kastelen te beperken in fortificatiearchitectuur
• Na circa 1225 kastelenbouw door anderen dan de bisschop. In Drenthe en het Gorecht geen aanwijzingen voor het verlenen
van versterkingsrecht aan deze andere kastelenbouwers, in Salland en Twente wel
of te slopen :
Otto I van Gelre; Otto II van Lippe; Wilbrand van Oldenburg; Jan van Arkel; Floris van Wevelinkhoven; Frederik van Blankenheim
• Na circa 1350: hard optreden tegen illegale militair-functionele kastelenbouw door verwoesting van niet-bisschoppelijke kastelen, verbod op bouw van
illegale kastelen en het toezien op de verschijningsvorm van nieuwe adellijke huizen
(bouw bisschoppelijke kastelen volgt hierna, dit is ook een uiting van het versterkingsrecht maar wordt apart behandeld)
Het territoriale machtslandschap
Het versterkingsrecht circa • 1050/1125-
tot circa 1225 oefende de bisschop succesvol het versterkingsrecht uit op Overstichts grondgebied door militaire- functionele kastelenbouw van concurrenten te beperken of hun kastelen te verwoesten
269 ZR I nrs. 172, 173, 197
270 ZR I nr. 384.
271 ZR I 512. Zie bijlage 3.5 voor meer van dit soort situaties.
272 ZR II 1107.
273 Voor de onderbouwing van hierna genoemde voorbeelden wordt verwezen naar de paragrafen hierboven en naar de desbetreffende onderdelen van de kastelencatalogus.
183