Page 182 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 182
Hoofdstuk 3
de laatmiddeleeuwse administratie, hoewel toen alleen op Goor en Diepenheim nog actief sprake was van borgmannen.241
Figuur 3.7: Foto van de Kronenburg, onderdeel van de hoofdburcht van kasteel Bentheim. Het muurwerk ter hoogte van het ronde raam zou volgens de bouwhistoricus Olde Meierink uit de twaalfde eeuw kunnen stammen.
De tweede manier waarop de bisschop het leenstelsel inzette in zijn kastelenpolitiek was door niet-bisschoppelijke burchten van edelen binnen of grenzend aan het Oversticht in leen te laten opdragen aan de Utrechtse kerk. De belening viel in deze gevallen vaak samen met het verlenen van toestemming tot versterking en met het open-huisverdrag. Het eerst bekende voorbeeld van een dergelijke aanpak betreft de leenopdracht van kasteel Rechteren in 1320.242 Daarna volgden de kastelen Dorth, Hondeborg en Breydenhorst.243 Een uitzondering vormt het kasteel Rutenberg, dat eerder een leen was van Bentheim, maar in 1328 werd aangekocht door de bisschop. Zo werd deze burcht Utrechts leengoed.244
Niets wijst erop in de bronnen dat de bisschop van Utrecht voornoemde kastelen ook daadwerkelijk heeft ingezet om het Oversticht te besturen en te verdedigen. We moeten deze verdragen eerder zien als pogingen om de dreiging van een vreemd kasteel op of nabij Stichts grondgebied te neutraliseren. Sommige van deze leenbanden vindt men tot aan het einde van de vijftiende eeuw vermeld in de bisschoppelijke administratie, zoals die betreffende Rechteren, Breydenhorst en de Hondeborg.245
241 Zie hoofdstuk 5.
242 Muller 1889: nr. 289. 243 Zie bijlage 3.2.
244 OGD I nr. 313.
245 Eijken 1995: nr. 150.
180