Page 175 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 175
Behalve het recht om kastelen op te trekken en bestaande gebouwen te versterken hield het versterkingsregaal ook in dat de bezitter van dit recht burchten die zonder zijn toestemming waren gebouwd, mocht verwoesten. De eerste vermelding van verwoesting door de bisschop van vreemde kastelen op Stichts grondgebied dateert van de jaren 1219 tot en met 1227.180 Bisschop Otto van Lippe had in die tijd een conflict met de graaf van Gelre, met name omdat deze naar de mening van Otto te hoge tolkosten hief voor de inwoners van het Sticht. Hoewel het conflict op zeker moment beslecht leek te zijn, stookte de graaf van Gelre de inwoners van Salland op om tegen de bisschop te rebelleren. Bisschop Otto ondernam vervolgens een strafexpeditie en verwoestte, nadat hij het Sallandse leger had verslagen, drie belangrijke kastelen, te weten twee genaamd Voorst en Buckhorst.181 Mogelijk speelde ook mee dat Salland vanaf 1226 volledig onderdeel van het Sticht uitmaakte en bisschop Otto II de dreiging van ‘vreemde’ kastelen op zijn grondgebied wilde neutraliseren.
De afbraak van de burcht Laar van de heren van Coevorden in 1228 in opdracht van bisschop 3 Wilbrand van Oldenburg was ook het gevolg van een strafexpeditie.182 Deze bisschop voerde
na de slag bij Ane vergeldingsacties uit tegen de opstandige Coevordenaren en Drenten.
Nadat zes legers van de bisschoppelijke partij Drenthe en Coevorden waren binnengevallen
had de tegenpartij zich overgegeven. De bisschop sloot vervolgens een verdrag met de Drenten en Coevordenaren waarin onder andere werd bepaald dat de heren van Coevorden hun kastelen Laar en Coevorden aan de bisschop moesten overdragen. Wilbrand van Oldenburg heeft vervolgens direct Laar laten slopen. Op deze manier probeerde hij waarschijnlijk de militaire macht van de Van Coevordens te breken.
De volgende vermelding van een verwoesting van een kasteel door de bisschop dateert pas van 130 jaar later. Bisschop Jan van Arkel belegerde in 1361 met de drie Sallandse hoofdsteden de heer van Saterslo (in Saasveld, Twente) succesvol waarna hij het kasteel Saterslo volledig liet afbreken.183 Verder slaagde Van Arkel erin kasteel Voorst te verwoesten in 1362 na een conflict met de heren van Voorst. De burcht stond volgens kroniekschrijver Johannes de Beke bekend als ‘die alrerijctste starcste borch die in allen desen lande stond, want si hadde dubbel graften ende diep an beiden siden opghemuert’.184 Bisschop Floris van Wevelinkhoven liet in 1380 het kasteel Eerde van Evert van Essen na aankoop afbreken en kon in dezelfde zomer zonder strijd ook de kastelen Ter Molen en Laer innemen en vervolgens doen neerhalen.185 Het is aannemelijk dat de eigenaars van de meeste van deze kastelen hun bouwwerken zonder toestemming van de bisschop hadden laten versterken in de perioden waar het bisschoppelijk gezag te zwak was om het versterkingsregaal te handhaven. Er zijn vóór deze belegeringen in ieder geval geen verdragen overgeleverd tussen de bisschop en de bewoners van deze kastelen.
De bisschoppelijke kastelen in het Oversticht
Zoals Janssen reeds heeft aangetoond vormden kastelen belangrijke steunpilaren voor de bisschop van Utrecht.186 In totaal hebben de Utrechtse bisschoppen tussen ongeveer 1170 en 1528 aantoonbaar ten minste 24 kastelen in bezit gehad in het Oversticht (zie uitvouwkaart).187 Het gaat om de volgende kastelen: (1) Schulenborg; (2) Coevorden; (3) Bentheim; (4) Vollenhove; (5) Kuinre-I; (6) Goor; (7) Hardenberg-I; (8) Lage; (9) Diepenheim; (10) Arkelstein; (11) een blokhuis bij Saterslo; (12) Waardenborg; (13) Hardenberg-II; (14) Peize; (15) Eelde; (16) Ammerckehorn; (17) Blankeweer; (18) Blankevoorde; (19) Slingeborg; (20) Kuinre-II; (21) Venebrugge; (22) Blankenham; (23) Enschede en (24) Blankenborg.
180 Van Rij 1989: 34-35. Het conflict vond plaats na de vijfde kruistocht waaraan Otto deelnam. 181 Van Rij 1989: 34-37.
182 Van Rij 1989: 62-63.
183 Bruch 1982: 209.
184 Bruch 1982: 212.
185 Bruch 1982: 231-232 Hier vertaald als Laghe, maar dat kan onmogelijk het geval zijn geweest aangezien dit een bisschoppelijk kasteel was. De lezing Lare lijkt mij dan ook het meest waarschijnlijke. 186 Janssen 1977: 323; Janssen 2014.
187 Bij deze telling zijn de vreemde kastelen op of nabij Overstichts grondgebied die in leen zijn opgedragen, maar geen rol speelden in het wereldlijk bestuur van het Sticht, niet meegenomen. Voornoemde inventarisatie is uitsluitend gebaseerd op historische bronnen.
Het territoriale machtslandschap
173