Page 141 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 141

                                in de kerk van Beilen.326 In Salland functioneerde de Spoolderberg als zodanig.327 Van de Herikerberg bij Markelo en de Spoolderberg bij Zwolle is bekend dat deze locaties fungeerden als vergaderplaatsen, verzamelpunten en huldigingsplekken voor de bisschop en zijn dienstmannen.328
Niet alleen de bisschop gebruikte zulke centrale plaatsen, ook andere machthebbers deden
dat. Zo kwamen de drie Sallandse hoofdsteden vaak samen op De Werven, een plek langs de
IJssel bij Heerde die exact op de grens tussen Gelre en het Oversticht lag en die gemakkelijk 2 per schip kon worden bereikt.329 De Drenten hadden in de late middeleeuwen, weliswaar
met bisschoppelijke invloed, zelf hun eigen hooggerecht genaamd de Etstoel. Drie keer per
jaar waren er bijeenkomsten van dit rechtscollege, die werden gehouden in de openlucht bij
Balloo, de kerk of in de spijker van Rolde en in de kerk van Anloo.330 Een direct verband tussen
deze vergaderplaatsen en kastelen is alleen aantoonbaar voor Goor, mits de veronderstelling
klopt dat de Herikerberg de locatie was waarop de bisschop werd gehuldigd. De verhoogde
weg De Bandijk verbond namelijk dit gedeelte van de stuwwal met de burcht.331 Voor de
andere vergaderplaatsen is geen duidelijk verband waarneembaar.
Kerken en kloosters
Geestelijke centra als kerken en kloosters waren belangrijke plekken in de middeleeuwse samenleving. We hebben ze geïnventariseerd en gekarteerd op basis van overzichten van de historici Joosting en Muller.332 Kerken hadden als doel om gelovigen in een begrensd gebied, de zogenoemde parochie, in hun zielzorg te voorzien. De oudste kerken zijn vlak na de kerstening eind achtste, begin negende eeuw gesticht als missiekerken. Uit recent onderzoek van Mol & De Langen blijkt dat deze oudste godshuizen in Drenthe en de Friese kustzone tussen de Vlie en de Eems nog geen duidelijke hiërarchische centrumfunctie hadden.333 Pas in de laatste helft van de tiende eeuw stichtte de bisschop een groot aantal primaire kerken die op regelmatige afstand van elkaar lagen. Vlak na het jaar 1000 vormden zowel de missiekerken als de primaire kerken centra van parochies. Rond 1100 moest men deze parochies splitsen door de toenemende bevolkingsgroei, behoefte aan zielzorg en de ontginningen. Dit proces ging door tot en met de vijftiende eeuw en heeft geresulteerd in het kerkenlandschap, zoals dit op de uitvouwkaart is weergegeven.334 In de oudste kerken en later ook in sommige afgesplitste dochterkerken werd ook het kerkelijk recht, het zogenoemde seendrecht, gesproken.335
Is er nu ook een relatie tussen kastelen en kerken waarneembaar? Een blik op de uitvouwkaart leert dat sommige kastelen in de directe omgeving van een kerk liggen. Voor Almelo en Diepenheim weten we dat dit geen toeval is, want hier zijn de kasteelheren actief betrokken geweest bij de stichting van een nieuwe parochie. In het geval van Diepenheim is zelfs de voormalig kasteelkapel verbouwd tot parochiekerk.336 De adel functioneerde vaak als patroon van een kerk waaraan het recht van collatie, dat is het kiezen van de pastoor, aan was verbonden.337 Zo was het collatierecht van de kerk in het Drentse dorp Eelde tot aan het einde van de dertiende eeuw in handen van de kasteelheer van het Overijsselse Buckhorst.338 In dit geval is er geen sprake van een ruimtelijk verband tussen kasteel en kerk, maar wel van een machtsverband tussen kasteelheer en kerkelijke regels. Het uitoefenen van het
326 Van Kalveen 1985: 233.
327 Ter Kuile 1970: 82 De Klaring heeft rond 1379 plaatsgevonden in één van de drie Sallandse hoofdsteden, maar uiteindelijk wist Deventer de zitting naar zich toe te trekken.
328 Racer 1782: 182; Ter Kuile 1970: 82.
329 De Meyer 1971: Zie bijvoorbeeld de stadsrekeningen Deventer voor de vergaderlocaties.
330 Van Kalveen 1985: 205-206, zie noot 61.
331 Zie hoofdstuk 5.
332 Joosting & Muller 1915.
333 De Langen & Mol 2019.
334 Kuys 2004: 43; zie De Langen & Mol 2019 voor de meest recente inzichten over parochievorming. 335 Kuys 2004: 137-141; Blok 1985: 151-155 bespreekt de oerparochies en het seendrecht in Drenthe. Voor de andere Overstichtse delen beschikken we echter niet over een dergelijk overzicht.
336 Zie ‘Almelo’ en ‘Diepenheim’ in de catalogus.
337 Kuys 2004: 50-51.
338 Koopstra 2001: 299-300 Zie hele artikel voor de kritische kanttekeningen bij het stichtingsverhaal, zoals dat in de balijekroniek staat vermeld.
Het fysieke territoriale landschap
 139
 






































































   139   140   141   142   143