Page 138 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 138

                                Hoofdstuk 2
bouwen.’299 Deze veronderstelling van de auteurs is echter onjuist. Kasteel Goor is namelijk rond circa 1400, dus ongeveer 150 jaar later, uit gebruik geraakt en heeft tot die tijd als centraal bisschoppelijk steunpunt in Twente gefungeerd.300
De derde groep die Van Engen en Rutte onderscheiden zijn vier nederzettingen die rond 1300 zijn verrezen in het mondingsgebied van de IJssel en de Vecht, namelijk Hasselt, Genemuiden, Wilsum en Grafhorst. Deze plekken heeft de bisschop ook tot stad verheven, hoewel dit voor Wilsum niet helemaal duidelijk is. Deze nederzettingen zijn, in tegenstelling tot Rijssen, Ommen en Goor, niet het resultaat van bisschoppelijke machtspolitieke motieven. Van Engen en Rutte vermoeden dat deze steden tegenwicht moesten bieden tegen vooral Zwolle en Kampen.301
Steenwijk, Vollenhove, Hardenberg, Delden en Diepenheim behoren volgens Van Engen en Rutte tot de vierde groep, namelijk laatmiddeleeuwse nieuwe steden in de veertiende eeuw. Van de eerste drie is bekend dat deze van de bisschop stadsrechten hebben verkregen. Steenwijk, Vollenhove en Hardenberg gingen wel terug op oudere kernen, maar de stadsplattegrond is na stadsrechtverlening binnen korte tijd tot stand gekomen. Net als de tweede groep steden zijn ook deze steden volgens Van Engen en Rutte vooral om strategische redenen door de bisschop gesticht. In Steenwijk zouden we een bisschoppelijk steunpunt tegen de opstandige Drenten en Friezen moeten zien. Vollenhove was dat reeds. Daarna volgde de nieuwbouw van de stadsversterking Hardenberg omwille van de rust en de vrede in het bisdom. Of Delden ook als zo’n strategisch steunpunt moet worden beschouwd laten Van Engen en Rutte in het ongewisse. Voor Diepenheim is niet duidelijk of het een bisschoppelijke stichting betrof.302
Tot de laatste groep die Van Engen en Rutte onderscheiden behoren de Twentse plaatsen Enschede, Almelo en Ootmarsum. Deze nederzettingen groeiden in de veertiende en vijftiende eeuw uit tot marktstadjes. De bisschop vervulde hier, in tegenstelling tot de tweede, derde en vierde groep, een bescheiden rol in de stadsvorming.303
Het door Van Engen en Rutte gepresenteerde faseringsmodel van Overijsselse steden heeft veel raakvlakken met de functies van bisschoppelijke kastelen. Ze veronderstellen dat tot circa 1250 de bisschop kastelen liet bouwen om strategische steunpunten te creëren en dat na 1250 stadsstichtingen uit de tweede en de vierde groep deze taak overnamen. Rutte heeft dit idee nog stelliger in zijn proefschrift gepresenteerd dan in zijn artikel met Van Engen.304 We zullen in hoofdstuk 3 onderzoeken hoe deze bisschoppelijke stedenpolitiek zich verhoudt ten opzichte van de kastelenpolitiek.
Wat is nu de ruimtelijke relatie tussen stad en kasteel? Uit het voorgaande blijkt dat meerdere kastelen bij of in stedelijke nederzettingen liggen, namelijk Coevorden, Almelo, Vollenhove, Gramsbergen, Goor, Diepenheim, Steenwijk en Rijsen/Bevervoorde. Voor Goor en Vollenhove is bekend dat de bisschop stadsrechten heeft gegeven nadat er al een kasteel aanwezig was. In de gevallen van Diepenheim, Gramsbergen, Almelo en Coevorden is geen stadrechtsverlening bekend. Te Steenwijk stond in 1229 een toren waarin soldaten werden gestationeerd, de stadsrechtverlening volgde pas enkele decennia later.305 In het geval van Bevervoorde is onduidelijk wanneer het huis is gebouwd. Er bestaat de mogelijkheid dat het pas geruime tijd na de stadsstichting is verrezen.306
299 Van Engen & Rutte 2007: 193.
300 Zie hoofdstuk 5.
301 Van Engen & Rutte 2007: 193-195.
302 Van Engen & Rutte 2007: 196-198.
303 Van Engen & Rutte 2007: 201-202.
304 Rutte 2002: 114 Overigens beweert Rutte hier ten onrechte dat er in Rijssen een bisschoppelijk kasteel heeft gestaan, te weten Bevervoorde. Kasteel Bevervoorde is nooit een bisschoppelijk kasteel geweest. Zie ‘Bevervoorde’ in de catalogus.
305 Van Rij 1989: 68-69.
306 Verlinde 1996: 155.
 136



















































































   136   137   138   139   140