Page 226 - Ultrasonography in Prehospital and Emergency Medicine - Rein Ketelaars
P. 226

                 224
Chapter 11
Met een prospectieve, observationele, diagnostische studie bestudeerden we prehospita- le gerichte echocardiografie tijdens de reanimatie van 56 patiënten waarbij het Nijmeegse MMT betrokken was. Echocardiografie werd uitgevoerd binnen het beperkte interval van vijf seconden tussen twee cycli van borstcompressies en werd elke tien minuten herhaald. De MMT-artsen rapporteerden of behandelbeslissingen werden beïnvloed en hoe.
Deze studie en de impact van echocardiografie op behandelbeslissingen werd gepresenteerd in hoofdstuk 8. In deze populatie werd circulatiestilstand vaak veroorzaakt door trauma. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de criteria voor MMT-inzetten die door de meldkamers wor- den gehanteerd. Behandelbeslissingen werden beïnvloed (ofwel veranderd of ondersteund) bij 49 patiënten (88%). De belangrijkste beïnvloede beslissingen waren: (1) staken van de reanimatie (n = 32 [57%]); (2) voortzetten van de reanimatie (n = 21 [38%]); (3) keuze en dose- ring van toegediende geneesmiddelen (n = 8 [14%]); (4) vochtbeleid (n = 8 [14%]); en (5) keuze van het ziekenhuis voor definitieve behandeling (n = 3 [5%]). We concludeerden dat gerichte echografie tijdens de reanimatie bij het Nijmeegse MMT haalbaar is en dat het behandelbe- slissingen beïnvloedt. Meestal werd echografie gebruikt om de beslissing te ondersteunen om de reanimatie te staken. Het kan ook een waardevol hulpmiddel zijn om aan familieleden en collega-hulpverleners de ernst van de situatie uit te leggen voordat een zinloze reanimatie daadwerkelijk wordt gestopt.
In vergelijking met deze observationele studie, zou met een experimenteel onderzoeksont- werp—waarbij patiënten gerandomiseerd in twee groepen zouden worden verdeeld en die groepen zouden worden vergeleken—een betrouwbaarder onderzoek opleveren met meer interne en externe validiteit.
Bovendien, een belangrijke punt van kritiek op de drie gepubliceerde studies in hoofdstuk 6, 7 en 8 is dat ze enkel de specifieke situatie van het Nijmeegse MMT weergeven. Vanwege de specifieke bemanning, vaardigheden, werkwijze, geografie en patiëntenpopula- tie, kan het moeilijk zijn om deze bevindingen te generaliseren naar andere (internationale) MMT's.
In deel IV bespraken we een nieuwe toepassing van echografie die in de toekomst nuttig zou kunnen blijken in de prehospitale spoedeisende geneeskunde: de echografische meting van de diameter van de mantel van n. opticus; de optic nerve sheath diameter.
In hoofdstuk 9 bespraken we 360 echografische metingen van de optic nerve sheath diameter (ONSD) bij 45 gezonde vrijwilligers. Beide ogen (optic nerve sheath) van elke proefpersoon werden viermaal gemeten. Bij de helft van de metingen werd bij de proefpersonen willekeu- rig een stijve halskraag aangebracht. Door de veneuze drainage vanuit de intracraniële ruimte
  


























































































   224   225   226   227   228