Page 228 - Ultrasonography in Prehospital and Emergency Medicine - Rein Ketelaars
P. 228

                 226
Chapter 11
Conclusies van dit proefschrift
1. Een linear-array transducer heeft de voorkeur voor niet-radiologen die longechogra- fie toepassen voor de diagnose pneumothorax. De diagnostische nauwkeurigheid voor pneumothorax is vergelijkbaar met die van andere transducers. Echter, hiermee wordt de diagnose iets sneller gesteld en wordt de beste beeldkwaliteit verkregen.
2. Nederlandse spoedeisendehulpartsen kwamen obstakels tegen bij de implementatie van echografie op hun afdeling Spoedeisende Hulp vanwege: onvoldoende motivatie om te starten, een gebrek aan vertrouwen in hun eigen vaardigheden, geen beschikbare echo- apparatuur of onvoldoende samenwerking met de radiologen. Heden ten dage zijn de meeste van deze hindernissen echter overwonnen.
3. De Nijmeegse spoedeisendehulpartsen (in opleiding) hebben succesvol echogeleide re- gionaalanesthesie geïmplementeerd. Op de afdeling Spoedeisende Hulp gebruiken ze nu echogeleide regionaalanesthesie en bereiken daarmee effectieve pijnverlichting bij patiënten met proximale femurfracturen.
4. Prehospitale echografie van de borstkas door het Nijmeegse Mobiel Medisch Team be- invloedt de behandeling bij 21% van de patiënten. Het belangrijkste was dat echografie aanleiding gaf om ervan af te zien een thoraxdrain te plaatsen en beïnvloedde het de wijze en bestemming van patiëntenvervoer voor de definitieve behandeling.
5. Prehospitale abdominale echografie door het Nijmeegse Mobiel Medisch Team beïn- vloedt de behandeling bij 12,6% van de patiënten. Meestal helpt dit het MMT-team om het ontvangende ziekenhuis aanvullende relevante informatie te verstrekken die helpt bij hun voorbereiding. We vonden een lage sensitiviteit voor vrij intraperitoneaal vocht. Dit suggereert dat een negatieve abdominale echografie altijd moet worden geïnterpre- teerd in het licht van de klinische beoordeling van de patiënt en dat herhaling van het echo-onderzoek bij specifieke patiënten nodig kan zijn.
6. Echocardiografie tijdens prehospitale reanimaties door het Nijmeegse Mobiel Medisch Team beïnvloedt de behandeling bij 88% van de patiënten. Meestal ondersteunt het de beslissing om de reanimatie te staken.
7. Echografische meting van de optic nerve sheath diameter is haalbaar bij gezonde proef- personen en toont een toename wanneer een stijve halskraag wordt aangebracht.
  
























































































   226   227   228   229   230