Page 206 - Children’s mathematical development and learning needs in perspective of teachers’ use of dynamic math interviews

204
Chapter 6
In de laatste twee studies van deze dissertatie (hoofstukken 4 en 5) staat rekengespreksvoering centraal.
De vragen die in dit onderzoek worden beantwoord zijn de volgende:
1. Hoe kan de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen, in het bijzonder ten aanzien van geautomatiseerde basiskennis en rekenwiskundige probleemoplossingsvaardigheden,
worden voorspeld vanuit leerling- en leraarfactoren?
2. In hoeverre helpt het voeren van rekengesprekken a) het achterhalen van de onderwijsbehoeften van leerlingen bij rekenen, b) het rekenwiskunde-onderwijs door leraren, en c)
de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen?
In de eerste twee studies (hoofdstukken 2 en 3) staat de eerste onderzoeksvraag centraal. In een longitudinaal onderzoeksdesign is nagegaan in hoeverre de rekenontwikkeling van leerlingen in groep 6, voor zowel geautomatiseerde basiskennis alsmede rekenwiskundige probleemoplossingsvaardigheden, te voorspellen is vanuit de volgende leerlingfactoren: het rekenniveau aan het begin van groep 6, zelfbeeld en competentiebeleving ten aanzien van rekenen, mate van rekenangst en executieve vaardigheden. Ook is onderzocht in hoeverre de volgende leraarfactoren voorspellend zijn voor de rekenontwikkeling van leerlingen: leraarhandelen tijdens de rekenles, kennis van het (onderwijzen van) rekenen-wiskunde en de competentiebeleving ten aanzien van het onderwijzen van rekenen-wiskunde.
In de laatste twee quasi-experimentele studies (hoofstukken 4 en 5) staat de tweede onderzoeksvraag centraal. De interventie in dit onderzoek bestaat uit een professionaliseringsprogramma en een daaropvolgende oefenperiode in rekengespreksvoering. Onderzocht is wat het effect is van de interventie op de kwaliteit van de gevoerde rekengesprekken en of er sprake is van effecten op de leraarfactoren en op de rekenontwikkeling van leerlingen. Voor een overzicht van alle componenten in relatie tot rekenen, die in deze dissertatie zijn onderzocht, zie Figuur 1.