Page 204 - Children’s mathematical development and learning needs in perspective of teachers’ use of dynamic math interviews
P. 204
202
Chapter 6
uitvoeren, maar bedenken dat bij 98 vier opgeteld kan worden om 102 te krijgen, of een breukopgave waarbij tafelkennis moet worden toegepast en vervolgens nog moet worden opgeteld).
Als het gaat om overtuigingen en emoties, zijn in dit onderzoek drie aspecten betrokken die een rol lijken te spelen in de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen, math self-concept, math self-efficacy en math anxiety. Math self-concept betreft het zelfbeeld van leerlingen ten aanzien van rekenen. Het gaat om het eigen oordeel van de leerling over de mate waarin hij/zij goed denkt te zijn in rekenen volgens de eigen standaarden, het zelfbeeld met betrekking tot rekenen. Math self-efficacy kan worden omschreven als competentiebeleving, de perceptie van de eigen competentie om rekentaken met succes te kunnen voltooien. Leerlingen met hoge competentiegevoelens zijn meer dan anderen geneigd om moeilijke taken als een uitdaging te zien, hebben een sterk commitment met gestelde leerdoelen en hebben een grote bereidheid om nieuwe strategieën uit te proberen. Math anxiety (rekenangst) is een emotie, een negatieve reactie op rekenen. Zo zijn er leerlingen die blokkeren op het moment dat ze een vel met sommen voor zich zien of die stressgevoelens ervaren op het moment dat de rekenles begint. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat leerlingen rekentaken gaan vermijden.
Leraarfactoren
Leren rekenen en dus ook het rekenwiskunde-onderwijs heeft betrekking op lange termijn leerprocessen. Leraren kunnen bijdragen aan de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door interactief en activerend lesgeven, het gebruik van diverse materialen en representaties, door relaties te leggen tussen verschillende onderdelen van het rekenen en door bewuste keuzes te maken op welke manier het onderwijs kan worden afgestemd op leerlingen. Het afstemmen van het rekenwiskunde-onderwijs op de verschillen tussen leerlingen vraagt de nodige kennis en kunde van leraren. Zo moeten ze in staat zijn om vooruitgang te monitoren, inzicht