Page 214 - Balancing between the present and the past
P. 214

                                Chapter 9
5. Wat is het effect van een lessenserie waarin expliciete aandacht is voor contextualiseren op het vermogen van leerlingen om te contextualiseren?
De vijfde en zesde studie zijn interventiestudies met als doel het ontwikkelen en testen van lesmateriaal dat leraren kunnen gebruiken om het niveau van hun leerlingen met betrekking tot contextualiseren te verhogen.
Op basis van het didactische model van contextualiseren zijn in de vijfde studie (hoofdstuk 6) vier ontwerpprincipes voor het bevorderen van contextualiseren opgesteld: (1) maak leerlingen bewust van hun hedendaagse perspectief, (2) leer leerlingen hoe zij een historische context kunnen creëren, (3) creëer mogelijkheden voor leerlingen om de vaardigheid contextualiseren in te zetten voor het verklaren en interpreteren van verschijnselen en (4) stimuleer historische inleving bij leerlingen. Tezamen vormden deze vier principes een didactiek waarbij eerst aan leerlingen werd gevraagd een casus te verklaren (bijvoorbeeld de ruil van Nieuw-Amsterdam voor Suriname). Op deze manier werd de aanwezigheid van presentisme bij leerlingen duidelijk. Daarna creëerden leerlingen een historische context bij de casus om vervolgens dezelfde casus nogmaals te verklaren. De bedoeling van dit terugblikken was dat leerlingen gingen inzien dat zij bij het verklaren van verschijnselen zich bewust moesten zijn van presentisme en de historische context moesten gebruiken om tot een goede interpretatie te komen. Het laatste onderdeel van de didactiek was het maken van een historische inlevingsopdracht. Deze didactiek werd gebruikt voor de ontwikkeling van een lessenserie van acht lessen voor havo- en vwo-leerlingen. Iedere les moesten leerlingen dezelfde lesactiviteiten uitvoeren met betrekking tot verschillende historische onderwerpen. Om te kijken naar het effect van de lessenserie op het niveau van contextualiseren werd een quasi-experimentele onderzoeksopzet gebruikt met een experimentele en controle conditie (N = 131). De gemiddelde leeftijd van de leerlingen was 16 jaar. Scores op een voor- en nameting (meerkeuzevragen) toonden aan dat leerlingen in de experimentele conditie na afloop significant hoger scoorden op de vaardigheid contextualiseren dan de leerlingen in de controle conditie. Uit interviews met de deelnemende leraren bleek verder dat zij de verschillende lesactiviteiten nuttig en effectief vonden voor het bevorderen van contextualiseren bij leerlingen.
In de zesde studie (hoofdstuk 7) werd het didactische ontwerp van de vijfde studie aangepast. De leraren die hadden deelgenomen aan het experiment vonden namelijk dat de lessen erg vol zaten en te veel uit herhaling bestonden. Dit demotiveerde leerlingen: iedere les moesten zij hetzelfde doen. In het nieuwe ontwerp vervielen
212





























































































   212   213   214   215   216