Page 202 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 202
Hoofdstuk 5
5.3.1 Legaliteit
Een bron van legitimiteit is legaliteit (Morris, 1998; Zouridis, 2009). Elke organisatie moet werken binnen de kaders van de wet. Voor de overheid gaat de verhouding tot het recht verder. In hoofdstuk twee zagen wij dat binnen een rechtsstaat het handelen van de overheid in belangrijke mate in het recht is verankerd. Bovendien heeft de overheid en daarmee ook een gemeente een bijzondere rol ten opzichte van het recht, namelijk als wetgever en als rechtshandhaver.
Als indicator voor legaliteit stellen wij ons de vraag of de intergemeentelijke samenwerking is ingericht in overeenstemming met de wet. Over de beantwoording daarvan kunnen wij kort zijn. In alle drie de casussen is de samenwerking geformaliseerd in een gemeenschappelijke regeling op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (zie ook § 4.2, 4.3 en 4.4). De inrichting van het bestuur van de regeling en de relatie tot de besturen en raden van de deelnemende gemeenten is daarin ook vastgelegd. De gemeenschappelijke regeling is in alle gevallen door de democratisch gekozen gemeenteraden en de door hen gecontroleerde colleges van de deelnemende gemeenten vastgesteld.
Daarmee hebben het samenwerkingsverband en de bestuurlijke structuur daarvan een wettelijke basis, die bovendien door de provincie is getoetst. Men kan zeggen dat de legitimiteit in formele zin door het aangaan van het samenwerkingsverband niet is aangetast. De besluitvorming vindt plaats binnen een rechtsgeldig wettelijk kader dat op democratische wijze tot stand is gekomen.
5.3.2 Overheidshandelen in overstemming met algemene rechtsbeginselen
Binnen een rechtsstaat moet het overheidshandelen in overeenstemming zijn met algemene rechtsbeginselen. Om te kijken naar eventuele effecten op het rechtsstatelijk overheidshandelen bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband richten wij ons op de rechtsbeginselen van rechtszekerheid en rechts(on)gelijkheid. Voor rechtszekerheid zijn drie indicatoren gekozen:
• Het al dan niet verzwakken van het formele juridische kader voor overheidshandelen.
200