Page 84 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 84
In die tijd stelden wetenschappers in onder meer de tweede wet van de thermodyna- mica vast dat de werkelijkheid naast wetmatigheden ook bepaald wordt door ontwik- kelingen die niet te voorspellen zijn. Men ontdekte zowel op micro- als macroniveau een complexiteit, die niet te bevatten bleek door middel van simpele regels of door elementen te onderscheiden. Een voorbeeld daarvan is de ontdekking dat er een ver- band is tussen ruimte en tijd, die tot dan als afzonderlijke eigenschappen werden be- schouwd.
We have discovered in the physical universe a hemorrhaging principle of degradation and disorder, the second principle of thermodynamics. So, in place of the supposed logical and physical simplicity, we discovered extreme microphysical complexity. Particles are not pri- mary building blocks, but rather a frontier onto a perhaps inconceivable complexity. (Morin, 2008 p. 5-6)
Volgens Morin worden deze inzichten vaak afgedaan als iets dat ver staat van de con- crete vraagstukken waarmee mensen te maken hebben, omdat de schaal daarvoor te klein of te groot wordt geacht. Deze inzichten hebben echter volgens Morin als conse- quentie dat de wetenschap zich niet kan beroepen op de zekerheid van wetmatigheden als onbetwistbare basis voor kennis. Daardoor hebben deze inzichten wel degelijk be- tekenis voor het gebied tussen het micro- en het macroniveau. Een wetenschap die dat niet erkent, baseert zich volgens Morin op schijnzekerheid.
There is no more firm ground, no terra firma. "Matter" is no longer the massive elementary and simple reality to which we could reduce physics. Space and time are no longer absolute and independent entities. There is no longer any simple empirical base, not even a simple logical base (clear and distinct notions, non-ambivalent, non-contradictory, a strictly deter- mined reality) to constitute the physical substrata. From this stems a consequence of capital importance: simplicity (the categories of classical physics that constituted the model of all science) is no longer the foundation of all things, but a passage, a moment between complex- ities, between microphysical complexity and macro-cosmo-physical complexity. (Morin, 2008 p. 9)
Systeemtheorie
Hoewel dus al in de negentiende eeuw wetenschappers oog hadden voor complexiteit, bleef dit volgens Morin beperkt tot een aantal mensen binnen bepaalde disciplines. In de systeemtheorie die in de twintigste eeuw opkwam, ziet hij een kentering in de wijze waarop wetenschap met complexiteit omgaat. De systeemtheorie beschouwt de wer- kelijkheid als systemen, die bestaan uit elementen die onderling op elkaar reageren. Deze benadering is ontstaan in de biologie, maar werd al snel verbreed naar andere disciplines, waaronder de psychologie en sociologie. Onder andere Von Neumann en Von Foerster hebben hier een belangrijke bijdrage aan geleverd.
Volgens Morin heeft de systeemtheorie een cruciale rol gespeeld in de ontwikkeling van de aandacht voor complexiteit in de wetenschap. Allereerst veronderstelt de sys- teemtheorie dat een systeem niet kan worden gereduceerd tot de som van de elemen- ten waaruit het systeem bestaat, maar dat er ook rekening gehouden moet worden met de interactie tussen die elementen. Daarnaast heeft ze een belangrijke bijdrage gele- verd aan de verbindingen tussen verschillende wetenschappelijke disciplines.
86