Page 73 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 73
Onderzoekende houding
Een tweede aspect dat de manier kenmerkt waarop de medewerkers omgaan met de complexiteit in hun werk, is hun onderzoekende houding. In de interviews komt naar voren dat ze steeds op zoek zijn naar manieren om cliënten beter te begrijpen en te ondersteunen.
'Je hebt dan bijvoorbeeld mensen die een doel opstellen, die daar antwoord op krijgen, die dat verwerken in PlanCare. Prima, komt in het IP. Doen we zo. Maar je hebt ook mensen die dan daar nog eens verder mee gaan. "Oh, is dat wel zo. En als we het dan toch zo doen, zullen we er dan toch ook nog wat uit kunnen halen." Dus die mensen heb je ook. Nou ja, bij die laatste - die muggenzifters - hoor ik. ik heb dan toch ook altijd wel zoiets van: "Hmm, kunnen we het dan toch niet net heel iets anders doen, waardoor het nog beter gaat worden?" (PG).'
'Wat laat de cliënt zien? Wat geeft hij aan? Maar soms ook vragen: "Wat wil je dat ik doe?" Door het te doen, kom je er ook achter wat de cliënt nodig heeft. En weet ik het niet, dan luister ik alleen maar. Als ik het niet weet, dan luister ik gewoon. Dan observeer ik van: wat laat die cliënt nu zien? Wat zit er in zijn verhaal? Wat kan ik eruit halen waar ik wat mee kan (DJ).'
'Die spanning van te kunnen gaan uitzoeken aan de hand van wat ik lees. Het gaat niet, het loopt vast, het is ellende. Wat maakt dat het vastloopt? Dat deze moeder niet bereikbaar is? Dat ze zorg mijdt, terwijl er wel grote zorgen zijn om het kind? Klopt het dat er echt grote zorgen zijn? (...) Maar ook tegelijkertijd: welke kansen heeft moeder ook gehad vanuit de hulpverlening? (JB)'
De medewerkers geven aan dat ze deze onderzoekende houding in de loop van de tijd hebben ontwikkeld. Eén van de medewerkers vertelt als volgt over het verschil met hoe ze vroeger werkte.
'Veel meer nemen zoals het is. Cliënt geeft aan dat hij lekker heeft gewerkt. Nou, dat is fijn dan. Hup, dan gaan we weer naar de volgende. Nu is het meer van: "Joh, maar wat was er dan fijn? Wie waren er dan bij je? Wat heb je gedaan?" Wat meer in de cliënt duiken. En toen nam je dat allemaal maar een beetje voor lief (DJ).'
Behalve verschillende mogelijkheden te overwegen, proberen de medewerkers deze ook uit in de praktijk om uit te zoeken wat werkt. Eén van de medewerkers vergelijkt dit met het spelen van een spelletje.
'De ene keer reageer je wat strenger of wat bozer en de andere keer ga je een beetje op de lieve manier. Dan ga je een beetje spelen van: Hoe gaat de cliënt reageren? Waar krijg ik ingang? En zo probeer je tot het doel te komen. Als de cliënt het ook wil. Als ik één een beetje strenger aanpak en ik krijg de wind van voren, dan weet ik wel dat dit nog niet echt het moment is om de strenge begeleider te spelen. (...) Die verbale cliënten, die zitten continu met hun hoofd te malen. Ze zijn van alles aan het verwerken. Ze pikken ook alles op. Op een gegeven moment maken ze zich druk, omdat ze in plaats van twee schepjes suiker er één krijgen. Dat is zo'n klein iets ook voor hen. Maar toch: daarover gaat het nu. Dus er speelt meer. Dan moet je erachter zien te komen waar het wel om gaat. En dat is wat ik bedoel met het spelletje. Dan ga je het spelletje aan met de cliënt. Waar gaat het om? (RW).'
Bovenstaande voorbeelden laten al zien dat de geïnterviewde medewerkers situaties niet uit de weg gaan, ook al zijn ze niet zeker van wat er precies moet gebeuren of welk effect hun handelen heeft. Ze zoeken dat al handelend uit. De medewerkers proberen
74