Page 67 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 67
Deze aanpak is vergelijkbaar met wat Evers en De Boer (2007b) het riviermodel noe- men. In dit model worden verschillende stromingen in het interview bij elkaar ge- bracht om daarna eventueel weer af te takken in nieuwe stromingen afhankelijk van wat een respondent vertelt. Door door te vragen heb ik in de interviews geprobeerd zo diep mogelijk te komen in de voorstelling van hoe zij hun werk ervaren, hoe zij omgaan met situaties die zij complex vinden, en welke betekenis kennis daarin heeft. Daarbij heb ik vaak mensen uitgenodigd voorbeelden te noemen en gevraagd naar hoe ze be- paalde afwegingen maken en waarop ze die baseerden.
4.1.3 Analyse
Nadat ik alle interviews had afgenomen, heb ik bepaald of de afzonderlijke gesprekken aanknopingspunten bieden voor dit onderzoek. Ik heb dat gedaan door de gesprekken af te luisteren en na te gaan of hierin inderdaad naar voren komt dat de respondenten goed overweg kunnen met complexe situaties en of de interviews inzicht geven in hoe ze dat doen. Op basis daarvan heb ik besloten twee interviews van medewerkers niet bij de analyse te betrekken. Beide medewerkers werken in dezelfde organisatie, waar onlangs de opzet van de hulpverlening is gewijzigd. Dit brengt andere taken en ver- antwoordelijkheden met zich mee. In het interview met deze medewerkers kwam vooral naar voren hoe zij aankijken tegen deze veranderingen en daarmee omgaan en minder over de directe hulpverlening. Daardoor lenen ze zich minder goed voor dit onderzoek. De interviews bevatten verder geen informatie die in tegenspraak was met wat in andere interviews werd gezegd. Om hun interview wel recht te doen, heb ik wat deze twee medewerkers vertelden over de organisatie van de ondersteuning, wel op- genomen in de samenvatting die ik voor de desbetreffende organisatie heb gemaakt. De resterende acht interviews zijn uitgeschreven. Om de leesbaarheid te vergroten zijn non-verbale geluiden en herhalingen van woorden achter elkaar weggelaten. Ook woorden die niet correct werden uitgesproken, zijn gecorrigeerd. Betrekkelijk lange pauzes in het gesprek zijn aangegeven (Dresing, Pehl, & Schmieder, 2015).
Op de uitgeschreven interviews heb ik een thematische analyse uitgevoerd om daarin patronen te onderscheiden en te begrijpen hoe de geïnterviewde medewerkers com- plexe situaties ervaren, wat hun drijfveren zijn in het omgaan met deze situaties en welke betekenis zij kennis daarbij geven. Ik heb daarvoor het uitgeschreven interview een aantal keren doorgelezen. Vervolgens heb ik in de tekst aantekeningen gemaakt van wat me opviel. In de volgende stap heb ik in de tekst van de interviews aangegeven of fragmenten betrekking hadden op hoe ze hun werk ervaren, het gebruik van kennis of de drijfveren van de respondent. Waar van toepassing kan een fragment op twee of alle drie de aspecten betrekking hebben. De teksten van de afzonderlijke interviews heb ik vervolgens met deze codering ingevoerd in het analyseprogramma ATLAS-ti. Op basis van deze eerste analyse heb ik voor elke organisatie een aparte samenvatting gemaakt van mijn bevindingen. Deze is eerst ter goedkeuring naar de medewerkers gestuurd, die ik heb geïnterviewd. Geen van de respondenten had bezwaar tegen deze samenvatting.
68