Page 63 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 63

Yet there is an alternative way to look at the reactive nature of social research: it is precisely because of the enlightenment effect that theory can and does play an important role in the positive construction of society. In this sense, the enlightenment effect-which is made pos- sible through language-is an essential ingredient making scientific work worthwhile, mean- ingful, and applicable. (Cooperrider & Srivastva, 1987 p. 148)
In het verlengde van deze benadering heb ik me in deze deelstudie gericht op mede- werkers die goed overweg kunnen met situaties waarin handelingsverlegenheid kan worden ervaren. Zoals Cooperrider en Srivastva aangeven, verwacht ik dat juist deze mensen mij meer inzicht kunnen geven in hoe kennis kan helpen om om te gaan met handelingsverlegenheid. Bovendien vermijd ik door te vragen naar iets waar zij goed in zijn en waarvoor zij gewaardeerd worden, dat medewerkers in de interviews belem- merd worden door gevoelens van schaamte of schroom. Medewerkers die onzeker zijn of zij iets wel goed doen, zullen naar verwachting niet altijd open zijn over hun erva- ringen of de neiging kunnen hebben om sociaal wenselijke antwoorden te geven.
Een volledig waarderend onderzoek bestaat uit een aantal fasen, waarin onderzocht wordt wat het beste is van wat er is of is geweest, gekeken wordt naar hoe het zou kunnen zijn, samen een ideaal wordt bepaald en men tot slot aan de slag gaat om dat ideaal in praktijk te brengen. Ik heb me in deze deelstudie beperkt tot de eerste fase, omdat ik ervoor heb gekozen de bevindingen eerst verder te verdiepen aan de hand van theorie. In de laatste deelstudie van dit onderzoek zullen de bevindingen alsnog worden verbonden aan de praktijk.
Hierna zal ik toelichten hoe ik medewerkers voor deze deelstudie heb geselecteerd en op welke manier ik me heb verdiept in de manier waarmee zij omgaan met situaties waarin zich handelingsverlegenheid kan voordoen en welke rol kennis daarbij speelt.
4.1.1 Selectie respondenten
Zoals ik in hoofdstuk 2 heb aangegeven, richt ik me in dit onderzoek niet op het kun- nen doen van algemeen geldende uitspraken, maar op het krijgen van diepgaand in- zicht in wat de betekenis is van kennis voor het omgaan met handelingsverlegenheid. Om die reden heb ik bij de selectie van respondenten niet zozeer gekeken naar repre- sentativiteit, maar naar welke medewerkers dit op een zo bruikbaar en zo veelzijdig mogelijke manier aan het licht kunnen brengen. Zoals ik hiervoor heb aangegeven, heb ik me daarbij gericht op medewerkers die goed overweg kunnen met situaties waarin zich handelingsverlegenheid kan voordoen. Bovendien heb ik deze deelstudie in het bijzonder toegespitst op medewerkers die werken voor doelgroepen, waarbij vanwege de complexiteit van de ondersteuning die zij nodig hebben, een substantieel risico op handelingsverlegenheid onder medewerkers is geconstateerd (Inspectie voor de Ge- zondheidszorg, 2007b; 2010). Het gaat daarbij om mensen met ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen, mensen met een lichte verstandelijke beperking en ern- stig probleemgedrag en ouders met een verstandelijke beperking.
Mensen met ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen zijn als gevolg van hun be- perkingen kwetsbaar en hebben een verhoogd risico op gezondheidsproblemen, zoals epilep- sie, slaapstoornissen, slikproblemen en longinfecties. Bovendien kunnen problemen ontstaan
64



























































































   61   62   63   64   65