Page 53 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 53
In de manier waarop medewerkers een situatie rond een cliënt ervaren, is een bepaald patroon te herkennen. Daarbij valt op dat in de beschrijving die medewerkers van cli- enten geven, meestal alleen hun beperkingen en problemen worden genoemd.
"Hij lijkt heel hoog, maar functioneert heel laag (Christiaan)."
"Wij zien weinig ontwikkeling in de afgelopen twee jaar (Lisette)."
De medewerkers verbinden deze beperkingen en problemen met de noodzaak dat ze de cliënten moeten begeleiden.
"Carly moet begrensd worden in haar communicatie anders heeft zij het overzicht niet meer."
"Als hij weet dat er geen controle is, kan hij mensen gaan pesten en begeleiders uitspelen (Christiaan)."
"Als ik Lisette niet help, dan maakt ze haar kamer niet zelfstandig schoon."
Als een cliënt dan weerstand biedt en de begeleiding van de medewerkers niet accep- teert, geven medewerkers er blijk van dat ze zich daardoor miskent voelen.
"Het gras is altijd groener aan de andere kant van de heuvel of wat men ook zegt: het glas is altijd halfvol bij Carly."
"Wanneer Lisette met haar fiets voorbij komt lopen, zegt Nienke op een sarcastische toon: "Daar hebben we ons zonnestraaltje." Astrid reageert: "Ow, noem je haar altijd zo? Ik noem haar altijd prinses, maar misschien is zonnestraaltje wel beter." Nienke en Astrid moeten lachen.
Medewerkers lijken vaak tamelijk eensgezind in hun negatieve beleving van een cliënt. Met name in de gesprekken met het kwaliteitspanel komt daarbij tot uitdrukking dat ze met elkaar het gevoel hebben vast te lopen in de begeleiding.
"Hij is door zijn leugens in een psychose terechtgekomen. Hij draait overal omheen en tus- sendoor. Hij doet alles om aan geld te komen." Panel: "Zou je hem daarvan af kunnen helpen?" Unaniem: "Nee." (Christiaan)
Panel: "Op pagina 36 zie je dat iemand van buiten haar complimenten geeft en dat waardeert zij wel." Antwoord: "Ja, iemand van buitenaf staat er naar haar idee onbevooroordeeld in. Ze moest bij ons komen wonen. Ze ziet ons als afschuwelijke mensen." (Lisette)
Dit patroon komt bij alle geselecteerde cliënten in meer of mindere mate naar voren, met uitzondering van Mehri. Zij is dan ook de enige cliënt, die door medewerkers wordt getypeerd door positieve eigenschappen.
"Mehri is een heel tevreden meisje dat erg van het contact is. Ze is snel op haar gemak. Glim- lach naar haar en ze is blij bij wijze van spreken. Je kunt haar overal neerzetten en ze ver- maakt zich in principe wel. Juist daardoor is ze ook iemand waar je wel oog voor moet hebben. Mehri begrijpt heel veel en vertelt ons dingen door middel van haar mimiek. Daardoor kun je goed met haar communiceren."
Met deze eigenschappen benadrukken de medewerkers vooral dat ze makkelijk met Mehri in contact komen. Dit in tegenstelling tot de manier waarop medewerkers de andere cliënten beleven. Daarin wordt juist het accent gelegd op de problemen die me- dewerkers ervaren in de omgang met de cliënt.
54