Page 144 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 144
‘Ik vind Mijn Netwerk een heel mooi product voor de cliënt. Ik denk dat het heel veel moge- lijkheden geeft voor de cliënt. Wat dat betreft, motiveert mij dat ook wel inderdaad.’
‘En als ik een cliënt zie die ineens aan het groeien is, zich aan het ontwikkelen is, omdat wij die stap teruggenomen hebben.’
Het belang van de cliënt kan dus zowel een reden zijn om te veranderen als om vast te houden aan de bestaande werkwijze. Dit hangt af van een persoonlijke afweging van mensen. Daarin spelen eerdere ervaringen een rol, maar ook andere factoren, waar- onder angst. Volgens de deelnemers kan een beroep op een cliënt soms ook – bewust of onbewust - door medewerkers gebruikt worden om de eigen behoefte of onzeker- heid te verbloemen. Dat geldt overigens niet alleen voor medewerkers die zich tegen de nieuwe werkwijze verzetten. Ik zal in de volgende paragraaf laten zien hoe angst om uitgesloten te worden door collega’s juist ook een reden kan zijn voor mensen om Kennis met een grote K klakkeloos te gebruiken zonder een verbinding te maken met kennis met een kleine k.
In de gesprekken heb ik de deelnemers hun verschillende standpunten over het belang van de nieuwe werkwijze voor de cliënt aan elkaar laten toelichten. Zo kwam in het gesprek naar voren dat elke cliënt verschillend is en er verschillende perspectieven mogelijk zijn om naar het belang van de cliënt te kijken.
Ook ik heb een bepaalde kijk op het belang van cliënten. Anders dan de deelnemers aan deze deelstudie, ben ik nooit hulpverlener geweest. Ik ben mijn loopbaan in de gehandicaptenzorg begonnen als coördinator van een stichting die met vrijwilligers gezinnen met een gehandi- capt kind ondersteunt. De stichting was opgericht door ouders die daarmee een alternatief wilden bieden voor de professionele zorg die in die tijd zich met name richtte op de intramu- rale zorg. Daarna ben ik gaan werken voor een kenniscentrum, waar ik mensen met een be- perking betrok bij activiteiten door mee te denken en als collega. Door die ervaring vind ik dat de professionele zorg vaak voorbij gaat aan wat cliënten echt nodig hebben en hen belem- mert in hun ontwikkeling en zeggenschap over hun eigen leven. De nieuwe werkwijze komt daar volgens mij aan tegemoet. Tegelijkertijd ben ik me er als deelnemer aan dit onderzoek ook van bewust dat hulpverleners soms voor situaties staan, die ook echt een andere manier van kijken naar de cliënt vragen dan ik heb. In de gesprekken met de deelnemers kwamen bijvoorbeeld voorbeelden aan de orde van verslaafde cliënten, die zichzelf verwaarlozen, cli- enten die criminele activiteiten plegen en cliënten met pedo-seksuele gevoelens.
In het vorige hoofdstuk heb ik beschreven hoe volgens Kunneman (2006) de cliënt zelf een essentiële rol speelt in het omgaan met meervoudigheid van perspectieven, die op hem of haar van toepassing kunnen zijn. Wanneer medewerkers opmerken dat een cliënt bijvoorbeeld anders op hen reageert, dan zij hadden verwacht en zich afvragen waardoor dat komt, dan kan dat hen helpen om bestaande betekenissen los te laten en in interactie met de cliënt te zoeken naar alternatieve invalshoeken die wel voldoen. Daardoor worden medewerkers zich bewust van hun automatismen, blinde vlekken en persoonlijke kwaliteiten. Het is ook de ervaring van de deelnemers aan deze deelstudie dat de interactie met de cliënt vaak een doorslaggevende rol speelt om anders naar zichzelf en de cliënt te kunnen kijken.
146