Page 48 - EVALUATION OF TREATMENT FOR HEAVY MENSTRUAL BLEEDING by Herman, Malou
P. 48

Chapter 9
van de procedure na vijf jaar; en (7) het onregelmatig bloeden (spotting) percentage (0% versus 15%). De rekrutering van patiënten werd uitgevoerd in twee Nederlandse ziekenhuizen en een aantal huisartspraktijken in Nederland. Vrouwen die zich presenteerden met HMB werden gevraagd om deel te nemen aan de studie. De belangrijkste uitkomstmaten waren het relatieve belang van de kenmerken en de bereidheid om afwegingen te maken tussen deze kenmerken. Honderdvijfenzestig vrouwen vulden de vragenlijst in, 36 (22%) vrouwen vanuit de huisartsen versus 129 (78%) vrouwen vanuit de gynaecologische praktijk. De belangrijkste eigenschap was “een behandeling zonder hormonen”. Vrouwen toonden een voorkeur voor de minste bijwerkingen en een onomkeerbare methode die geen herhaling van procedure en geen gebruik van aanvullende anticonceptie behoeft. Bovendien werd een procedure uitgevoerd door een gynaecoloog geprefereerd boven een behandeling door de huisarts. Een behandeling zonder hormonen kon worden geruild voor een behandeling met hormonen in ruil voor een absolute 15% (95% CI 6,1-23,8) daling in dysmenorroe. Kortom, hoewel de meerderheid van de deelnemers de voorkeur gaf aan kenmerken die typerend zijn voor endometriumablatie, zijn vrouwen wel bereid om een trade-off te maken.
Bestaat er een relatie tussen de hoogte van de menstruatiescore (PBAC) en de resultaten van de behandeling?
De menstruatiescore, gemeten middels de Pictorial Blood Assessment Chart (PBAC), is een semi-kwantitatieve meting en is gevalideerd om HMB te diagnosticeren. Hoewel 150 punten vaak wordt gebruikt als afkapwaarde, is het onzeker of vrouwen ook tevreden zijn met een score net onder de 150 punten na de behandeling van hun bloedverlies. Hoofdstuk 7 focust zich op de betekenis van de menstruatiescore na de behandeling en de relatie met de uitkomst na endometriumablatie.
De Birmingham Clinical Trials Unit creëerde een database met de gegevens van individuele patiënten (IPD) van gerandomiseerde studies (RCT) met betrekking tot de behandeling van HMB middels tweede generatie ablatie technieken. We gebruikten de ruwe data van deze studies. Negen studies voldeden aan onze inclusie criteria en werden opgenomen in de studie. In totaal rapporteerde negen studies over de benodigde gegevens, waarbij we in totaal de individuele gegevens van 900 vrouwen hadden. We vergeleken de menstruatiescores met de effectiviteituitkomsten. Effectiviteit werd gemeten als tevredenheid met het effect van de behandeling (ja/nee) of chirurgische re-interventie (ja/nee). De
124


































































































   46   47   48   49   50