Page 356 - Prevention and Treatment of Incisional Hernia- New Techniques and Materials
P. 356
het rapporteren van complicaties te gebruiken. Verder wordt voorgesteld om als uitkomstmaat ‘afwezigheid-van-recidief’ te gebruiken in plaats van het recidiefpercentage, omdat dit een meer gevoelige uitkomstmaat is en ook rekening houdt met patiënten, die ‘lost to follow-up’ zijn.
Hoofdstuk 10 beschrijft het vergelijk van synthetische en biologische matten met betrekking tot ingroei en adhesievorming na 90 dagen in een diermodel. De synthetische matten van polyester en polypropyleen lieten, in tegenstelling tot de biologische matten, goede ingroei zien. Synthetische composite mat Parietex composite® en biologische mat Strattice® gaven bijna geen aanleiding tot adhesievorming.
In Hoofdstuk 11 rapporteren we de eigenschappen van synthetische en biologische matten in een gecontamineerd milieu in een diermodel. Zowel enkele synthetische (Parietene®, Parietene composite®, Sepramesh® en Omyramesh®) als biologische matten (Strattice®) bleken bestand tegen infectie. Na 90 dagen was de mate van adhesievorming op biologische mat Strattice® het laagst, gevolgd door synthetische matten Parietene composite® en Omyramesh®, maar waren de synthetische matten beter ingegroeid.
In Hoofdstuk 12 werden de matten uit het gecontamineerde milieu aanvullend onderzocht op vreemdlichaamreactie. Bij alle matten werd na 90 dagen nog een in ux van T-cellen en macrofagen gezien, indicatief voor een chronisch in ammatoire reactie. Wel waren er duidelijk verschillen tussen de matten te zien. Beide matten van PTFE (Omyramesh® en Dualmesh®) waren het meest omgeven door T-cellen. Bij de polypropyleen-matten (Parietene® en Parietene composite®) werden de laagste aantallen T-cellen gevonden, wat duidt op het uitdoven van deze reactie.
In Hoofdstuk 13 presenteren we een nieuw in vitro model waarin de eigenschappen van synthetische matten kunnen worden vergeleken. De resultaten van het in vivo experiment met polypropyleen-matten in gecontamineerd milieu uit hoofdstuk 12 werden vergeleken het nieuwe in vitro model. De macrofagen in het in vitro model bleken op een vergelijkbare manier te reageren op verschillende biomaterialen als in vivo.
In Hoofdstuk 14 onderzochten we de infectiegevoeligheid van verschillende biologische matten in een diermodel. Na implantatie in een gecontamineerd milieu trad bij 70% van de gecrosslinkte matten (Permacol® en CollaMendFM®) een matinfectie op, tegenover 4% van de niet-gecrosslinkte matten (Strattice® and Surgisis®). Na 180 dagen bleek niet-gecrosslinkt Surgisis®
354