Page 354 - Prevention and Treatment of Incisional Hernia- New Techniques and Materials
P. 354

In Hoofdstuk 3 zijn de resultaten van de STITCH-trial gerapporteerd. In 10 deelnemende ziekenhuizen werden 560 patiënten die een laparotomie ondergingen, gerandomiseerd in twee groepen. Patiënten in de ‘small bites’- groep werden gesloten met meer steken (gemiddeld 45 vs 25), een hogere ‘suture length to wound length ratio’ van 4:1 en het sluiten van de fascie duurde langer (14 vs 10 min). De ‘small bites’-techniek blijkt een signi cante vermindering van het aantal littekenbreuken na 1 jaar te geven met een verschil in incidentie van 13 tegenover 21%. De ‘small bites’-techniek zal de nieuwe gouden standaard voor het sluiten van de buik worden.
In Hoofdstuk 4 zijn de uitkomsten van een systematisch review en meta-analyse beschreven van alle RCT’s, waarin separaat hechttechnieken of hechtmaterialen zijn onderzocht op de incidentie van littekenbreuken. Het bleek dat bij dezelfde hechttechniek het soort hechtdraad dat gebruikt wordt geen signi cant verschil toonde met betrekking tot de incidentie van littekenbreuken. Bij het gebruik van dezelfde hechtdraad liet de ‘small bites’- techniek een lagere incidentie littekenbreuken zien dan de ‘large bites’- techniek, maar tussen de ‘large bites’-techniek en een techniek met staande hechtingen werd geen signi cant verschil gevonden.
Hoofdstuk 5 betreft de richtlijn over de optimale manier van het sluiten van de buik van de European Hernia Society. Voor electieve mediane laparotomieën wordt geadviseerd om de fascie te sluiten met een voortlopende techniek, het gebruik van een snel-oplosbare hechting te vermijden, de fascie in één laag te sluiten zonder separate sluiting van het peritoneum en een ‘small bites’-techniek te gebruiken met een minimaal 4 maal zo lange hechting als de wond lang is (suture length to wound length ratio > 4:1).
In Hoofdstuk 6 is de incidentie van littekenbreuken en parastomale hernia’s (PSH) en hun correlatie onderzocht in een cross-sectionele studie. In deze studie van 150 patiënten met een eindstandig linkszijdig stoma, bleken patienten met een PSH een 7 maal zo hoog risico te hebben op een littekenbreuk. De meeste littekenbreuken ontwikkelen zich in de linea alba op het niveau van het stoma. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat het plaatsen van een stoma voor verminderde innervatie van de buikwand zorgt, waardoor atro e van de m. rectus abdominis (MRA) op kan treden. Tevens ontstaat een niet-symmetrische krachtverdeling op het mediane laparotomielitteken als gevolg van het aanleggen van het stoma door de linker zijde van de buikwand heen.
352


































































































   352   353   354   355   356