Page 146 - Age of onset of disruptive behavior of residentially treated adolescents -Sjoukje de Boer
P. 146
geplaatst konden worden vanwege de psychische problemen. Er werd gekozen voor de term Orthopsychiatrie, een behandeling die zich richt op jongeren met zowel psychische stoornissen als ernstig disruptief gedrag, in een stevig gestructureerde omgeving.
Aanvankelijk kreeg De Fjord een experimentele status voor vijf jaar en moest haar bestaansrecht bewijzen. Vanaf de opening in november 1995 werd daarom programma-evaluatieonderzoek verricht om inzicht te krijgen in de kenmerken van de doelgroep en in de uitkomsten van de behandeling. Er werd onderzocht in welke mate behandeldoelstellingen werden bereikt en wat het psychosociale functioneren was van de jongeren in het jaar na beƫindiging van de behandeling (follow-up). De eerste evaluatie leidde tot een rapport op basis waarvan De Fjord structurele financiering kreeg van het ministerie van Volksgezondheid. Hierna is het onderzoek in aangepaste vorm gecontinueerd, omdat het waardevolle kennis over de doelgroep genereert. Het huidige proefschrift maakt gebruik van een deel van de verzamelde data.
Samenvatting van de belangrijkste bevindingen
In hoofdstuk 2 werd bij een steekproef uit de patiƫntengroep nagegaan of het mogelijk was deze te onderscheiden van een controlegroep op basis van informatie die vroeg in hun leven is vastgelegd. Deze informatie was in de meeste gevallen vastgelegd voordat deze kinderen in contact kwamen met de geestelijke gezondheidszorg vanwege hun gedragsproblemen. Op twee specifieke momenten (i.e., april 2006 en maart 2009) werd aan jongeren die op dat moment in behandeling waren bij De Fjord (n=49) toestemming gevraagd voor inzage in hun jeugdgezondheidszorgdossiers (JGZ- dossiers) die zich bevonden bij de Gemeentelijk Gezondheidsdienst (GGD). Alle JGZ- dossiers die getraceerd konden worden en die volledige gegevens bevatten, werden onderzocht (n=24). Deze dossiers waren vanaf de vroege jeugd bijgehouden om de groei en ontwikkeling van het kind te volgen. Onze analyses waren gericht op schriftelijke beschrijvingen van JGZ-professionals en leerkrachten op het moment dat de respondenten vijf jaar oud waren. In tegenstelling tot wat tegenwoordig in Nederland gebruikelijk is, rapporteerden JGZ-professionals op dat moment niet specifiek over disruptief gedrag, hoewel ze de mogelijkheid hadden om opvallende kenmerken van het kind aan te geven. De JGZ-dossiers van de orthopsychiatrische
144