Page 129 - Demo
P. 129


                                    127ANederlandse samenvattingcisplatin en gemcitabine toe te voegen. De rationale voor dit onderzoek bestond uit een verhoogde effectiviteit en verminderde toxiciteit die werden gerapporteerd na toevoeging van foliumzuur en vitamine B12 aan pemetrexed in combinatie met cisplatin versus cisplatin monotherapie in een fase III-studie bij pati%u00ebnten met een mesothelioom. In het preklinische deel van het onderzoek in hoofdstuk 4werd in vitro inderdaad een hogere gevoeligheid van adenocarcinoom cellen voor cisplatin gevonden na toevoeging van foliumzuur wat ondersteuning bood voor het klinische gedeelte van deze studie. Er werd in het klinische fase 2 gedeelte van de studie in hoofdstuk 4 echter geen verhoogde respons op chemotherapie of overlevingsvoordeel gezien na vitamine suppletie. Dit gebrek aan verbetering in een gerandomiseerde gecontroleerde studie naar het gebruik van vitamines tijdens behandeling tegen kanker is relevant voor pati%u00ebnten die overwegen in deze situatie vitamines te gebruiken. Deze studie geeft ook relevante informatie over het chemotherapieschema met cisplatin in combinatie met gemcitabine, wat nog steeds kan worden overwogen in specifieke omstandigheden. In de huidige tijd van toegenomen behandelingsmogelijkheden en stijgende zorgkosten is de selectie van de juiste behandeling voor pati%u00ebnten heel belangrijk om bijwerkingen van onvoldoende werkzame behandelingen te voorkomen en effici%u00ebnt gebruik van zorgkosten te bevorderen. Voorspellende biomarkers kunnen gebruikt worden om pati%u00ebnten te selecteren voor de juiste behandeling. MicroRNA%u2019s (miRNAs) zijn kleine stukjes niet-coderend RNA die genexpressie kunnen reguleren door binding aan bepaalde delen van het messenger RNA. Hierdoor kunnen genen in meer of mindere mate tot expressie komen wat kan leiden tot tumorgroei of juist onderdrukking van tumorgroei. De aanwezigheid van verschillende miRNAs kan worden gedetecteerd in weefsels en bloed en is uitgebreid bestudeerd als potenti%u00eble biomarker voor verschillende tumortypen. De rol van miRNAs bij pati%u00ebnten met een gemetastaseerd slokdarm of maagcarcinoom is nog onduidelijk en ook zijn er beperkte gegevens beschikbaar over de functie van miRNAs in het bloed van pati%u00ebnten die met palliatieve chemotherapie worden behandeld voor een slokdarm of maagcarcinoom. In hoofdstuk 5 beschrijven we een studie die zich richt op de prognostische en voorspellende waarde van miRNAs in plasmamonsters van pati%u00ebnten die werden behandeld in het onderzoek beschreven in hoofdstuk 4 met behulp van een recent ge%u00efntroduceerde zeer nauwkeurige kwantificatiemethode (droplet digital PCR). Er werd een significant verband gevonden tussen een betere overleving en een hoge expressie van 
                                
   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133