Page 64 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 64

Hoofdstuk 2
Ringeling laat zien dat het imago van de overheid door verschillende factoren wordt beïnvloed. Waar de perceptie al wordt bepaald door prestaties (en dat is maar een klein deel van de beeldvorming) wordt deze vertekend doordat de overheid niet alleen aan de hand van bedrijfsmatige criteria als effectiviteit en efficiency kan worden beoordeeld.
De wijze waarop de burger de overheid percipieert is desalniettemin belangrijk. Als een negatieve perceptie bij de burger van die overheid leidt tot een afname in het vertrouwen kan ook de legitimiteit onder druk komen te staan. Een democratisch bestel moet worden gedragen door zijn burgers.
In de voorgaande paragraaf zagen wij dat bundeling van waardenconflicten rondom welke zich een politiek proces van strijd plaatsvindt een kenmerk is van het politieke perspectief. In deze paragraaf werd de democratische legitimiteit van dat politieke proces als tweede kenmerk toegevoegd. Aan de hand van deze kenmerken kunnen wij een oordeel vormen over het politieke effect van de intergemeentelijke samenwerking. Per kenmerk zullen wij in hoofdstuk 3 indicatoren benoemen om te bepalen in welke mate onze casussen aan deze kenmerken voldoen.
2.4 HET JURIDISCHE PERSPECTIEF
In deze paragraaf verkennen wij het belang en de kenmerken van het juridische perspectief. In de hedendaagse bestuurskunde lijkt een juridische kijk op het openbaar bestuur te worden vergeten. Vraagstukken van management, kosten en baten, effectiviteit en efficiency mogen het vaak winnen van vraagstukken met een juridische insteek, maar: “A juridical view on public administration is one not only worthwhile, but necessary. It represents a view that is essential for a decent society” (Ringeling, 2014, p. 58). Wij hebben het voorrecht in een rechtsstaat te leven. Deze kan niet bestaan zonder oog voor het juridische perspectief op ons openbaar bestuur.
Waar wij eerder zagen hoe het bedrijfsmatige perspectief aan populariteit heeft gewonnen, wordt het juridisch perspectief veelal uit het oog verloren. “De vanzelfsprekende samenhang tussen bestuur en recht in de bestuurswetenschap heeft ergens in het nabije verleden aan vanzelfsprekendheid verloren” (Zouridis, 2009, p. 56). Zouridis laat zien dat het juridisch perspectief aanvankelijk dominant was in de bestuurswetenschap. Pas in de eerste helft van de negentiende eeuw verzelfstandigt bestuurswetenschap zich van de rechtsgeleerdheid, maar
62


































































































   62   63   64   65   66