Page 51 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 51

VIER PERSPECTIEVEN OP OPENBAAR BESTUUR
2.2.2 Kritiek op de dominantie van het bedrijfsmatige perspectief
De (dominantie van een) bedrijfsmatige kijk op het openbaar bestuur en in het
bijzonder de New Public Management-variant daarvan is overigens niet zonder
kritiek gebleven.
Greve en Jespersen (1999) geven een overzicht van de belangrijkste lijnen
van kritiek op het New Public Management. Zij onderscheiden vijf lijnen van 2 kritiek. Ten eerste werkt het ontwikkelen van een op de markt gebaseerd model
volgens sommige critici niet omdat werkelijk functionerende economische incentives ontbreken. Andere critici baseren hun kritieken op voorbeelden van mislukte op New Public Management gebaseerde hervormingen. De derde lijn betreft publieke waarden, die door New Public Management zouden worden ondermijnd: “traditional values like equity, due process and general public interest” (p. 146). Dit zou ook druk zetten op de legitimiteit van het bestuur, een aspect dat in ons politieke perspectief een belangrijk aspect zal blijken te zijn. De vierde lijn is bezorgdheid over het gebrek aan burgerbetrokkenheid, wanneer de burger slechts nog als consument wordt benaderd: “the concepts of citizen rights and citizen participation are almost non-existent in NPM debates” (p. 147). Ten slotte wordt er op gewezen dat een wereldwijd New Public Management feitelijk niet bestaat. Het gebrek aan economische prikkels, falende implementatie en ontbreken van een wereldwijd New Public Management zijn lijnen van kritiek binnen het New Public Management-framework. De bedreiging voor publieke waarden en het gebrek aan burger betrokkenheid zijn door externe perspectieven ingegeven, die terug te vinden zijn in het politieke en het maatschappelijke perspectief zoals wij deze in ons onderzoek hebben gedefinieerd. Greve en Jespersen bepleiten een meer omvattende benadering van publiek management, waar deze perspectieven ook deel uit zouden moeten maken.
Wij vatten nog enkele tegengeluiden samen. Du Gay (2000) uit bezorgdheid over de erosie van het verschil tussen publieke en private sector en breekt een lans voor de verdiensten van de Weberiaanse bureaucratie. Ook Goodsell (1994) houdt een pleidooi voor de bureaucratie op zijn Weberiaans. In zijn poging om aan te tonen dat publieke organisaties het, ondanks karikaturale beelden in de publieke opinie, niet slechter doet dan het gemiddelde private bedrijf benadert hij uiteindelijk echter ook zelf de overheid vanuit bedrijfsmatige normen, in het bijzonder efficiency en effectiviteit.
49


































































































   49   50   51   52   53