Page 49 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 49
VIER PERSPECTIEVEN OP OPENBAAR BESTUUR
Maar Hendriks en Tops stellen ook dat in de jaren negentig van de twintigste
eeuw het New Public Management-gedachtengoed in Nederland meer
naar de achtergrond verdween. De lage verkiezingsopkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 bracht nieuwe aandacht voor het
contact tussen politiek en burger en leidde tot een zoektocht naar nieuwe
vormen, zoals interactieve beleidsvorming: “In the Netherlands, the focus 2 on efficiency and other managerial values in the 1980s shifted to participative
policy making in the 1990s” (1999, p. 149). Ook Kickert (2000) ziet in de jaren negentig een verschuiving van oriëntatie: “A distinct move in frame of reference took place from an internal management orientation towards an external citizen orientation. Dutch local government has gone ‘in search of the lost citizen’” (p. 129). Deze omkering lijkt in tegenspraak met onze veronderstelling dat het bedrijfsmatig denken nog altijd dominant is in het publieke domein en dat gemeenten bij het opzetten en waarderen van een intergemeentelijke dienst zich ook de laatste twee decennia vooral vanuit een bedrijfsmatig perspectief zouden laten leiden. Is het bedrijfsmatig denken inderdaad meer op de achtergrond geraakt?
De voorbeelden van Hendriks en Tops gaan vooral over twee specifieke ontwikkelingen in de jaren negentig. De eerste betreft discussies over institutionele herzieningen, bijvoorbeeld door de gekozen burgemeester of door referenda. De tweede betreft vernieuwing in het beleidsproces door vormen van interactieve beleidsvorming en burgerparticipatie. Deze ontwikkelingen ontstaan meer naast dan in plaats van een sterk bedrijfsmatige focus.
De bestuurlijke vernieuwing is bovendien sinds het artikel van Hendriks en Tops niet overtuigend doorgezet. De gekozen burgemeester is er niet gekomen. In de late avond van 22 maart 2005 sneuvelde het voorstel tot deconstitutionalisering van de burgemeestersbenoeming. Weliswaar heeft D66, dat bekend staat om de roep om democratische hervormingen enkele hervormingen weten te bewerkstelligen. Grotere democratische hervormingen zijn echter uitgebleven (Geurtz, 2012). Alleen de invloed van de raad op het benoemingsproces is vergroot. Invoering van het referendum is een weg met vallen en opstaan geweest. Op 15 april 2014 heeft de Eerste kamer een wet aangenomen die een raadgevend referendum mogelijk maakt. Ook werd een grondwetswijziging aangenomen die een correctief referendum mogelijk moet maken, maar daarvoor is echter nog een tweede lezing vereist.
47