Page 227 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 227

DRIE INTERGEMEENTELIJKE DIENSTEN VANUIT VIER PERSPECTIEVEN
bestaat alleen uit cliënten. Het blijkt dat dit laatste in de praktijk leidt tot een moeizaam functioneren van de raad. Het lukt uit deze achterban niet om voldoende leden voor de raad te krijgen en het verloop is hoog.
Aan de leden van al deze cliënten- en Wmo-raden is gevraagd hoe zij de intergemeentelijke sociale dienst waarderen en hoe zij denken dat de cliënten en burgers deze waarderen. De mate waarin de leden van de cliëntenraden zich serieus genomen voelen en de mate waarin zij hun invloed inschatten is wisselend. Dit verschilt niet zozeer per casus als wel per lid. Maar vrijwel alle respondenten zijn van mening dat de intergemeentelijke samenwerking per saldo positief heeft uitgewerkt. Vooral de harmonisatie van regelgeving en beleid binnen de regio wordt overwegend positief gewaardeerd. Een respondent zegt:
Ik realiseer me, dat dit ook door bezuinigingen meer gelijk getrokken moet worden. Dan is er ook meer duidelijkheid naar de cliënten. Zij begrijpen vaak niet dat dezelfde instantie in het ene dorp voor de bijzondere bijstand een andere vergoeding geeft, dan de naastgelegen plaats. Het voorkomt discussies daarover. Naar mijn idee valt aan verdere harmonisatie niet te ontkomen.
De meeste respondenten geven bovendien aan dat naar hun mening de 5 intergemeentelijke dienst beter opgewassen is tegen haar taak dan de oorspronkelijke gemeentelijke diensten.
Een onderzoek van SGBO in opdracht van de gemeente Teylingen naar de
tevredenheid van maatschappelijke organisaties over de toepassing van de Wmo211 geeft evenmin aanleiding om te veronderstellen dat het maatschappelijk draagvlak voor het sociale domein bij een intergemeentelijke organisatie anders is.
Bij de cliënten, de maatschappelijke achterban die de leden vertegenwoordigen en bij de burgers in het algemeen ervaren de leden van de cliënten- en Wmo- raden weinig interesse. De intergemeentelijke samenwerking heeft in hun beleving ook geen verschil in interesse of acceptatie veroorzaakt. Zij vinden dat de sociale dienst buiten de direct betrokkenen (de cliënten) voor de omgeving grotendeels onzichtbaar is. Zij merken weinig van interesse, hetzij positief
211 Van Lonkhuijzen, A., Gremmen, M.H. & Altalay, V. (mei 2010). Rapport tevredenheid Maatschappelijke organisaties, Gemeente Teylingen. Den Haag: SGBO
225


































































































   225   226   227   228   229