Page 164 - Recognizing axial spondyloarthritis - Janneke de Winter
P. 164

APPENDICES
Wat betreft de (h)erkenning van de ziektelast van axiale SpA is de nadruk komen te liggen op SpA als één ziektebeeld, waar ook vroege en andere ziekte-uitingen anders dan radiografische axiale SpA onder vallen. De ASAS-criteria sluiten goed aan bij deze ontwikkeling.
Er is steeds meer bewijs dat niet-radiografische axiale SpA en radiografische axiale SpA (AS) horen bij hetzelfde ziektebeeld: de fenotypen komen sterk overeen. Ziektemanifestaties anders dan rugpijn zijn vergelijkbaar bij niet- radiografische en radiografische axiale SpA en komen ongeveer evenveel voor. Ook ziektemanifestaties kenmerkend voor perifere SpA komen in de helft van de patiënten met axiale SpA voor. Behandeling van axiale SpA moet zich dan ook niet alleen richten op rugpijn, maar ook op andere ziektemanifestaties.
Het vroeg herkennen van axiale SpA is nastrevenswaardig en een uitdaging tegelijk. Nastrevenswaardig, omdat het nog steeds meer dan 5 jaar duurt voor patiënten met axiale SpA de diagnose krijgen en axiale SpA een significante ziektelast heeft, al vanaf het vroege begin van de ziekte. Doorverwijsstrategieën voor huisartsen ontvingen de laatste jaren veel aandacht, dit lijkt zijn vruchten af te werpen. Daarnaast zijn er diverse cohorten die vroege axiale SpA-patienten identificeren en door de tijd volgen, een noodzakelijke ontwikkeling als we axiale SpA eerder en beter op willen sporen.
Vroege herkenning van axiale SpA is een uitdaging.
1) Er geen biomarkers zijn die sluitend bewijs leveren voor een diagnose van
axiale SpA: de diagnose is nog altijd een puzzel. Onze bevinding dat het gen HLA-C*07 minder voorkomt bij axiale SpA-patiënten dan bij niet-axiale SpA patiënten kan mogelijk helpen om de diagnose eerder te stellen. Vroege, goed opgezette rugpijn- en SpA-cohorten zijn noodzakelijk om biomarkers te vinden en te testen.
2) Het diagnostische arsenaal van artsen is uitgebreid met technieken zoals MRI, die steeds gevoeliger worden om afwijkingen aan te tonen. Een nuttige ontwikkeling: ontsteking is al zichtbaar op MRI voordat het zichtbaar is op een röntgenfoto, en ook gevaarlijk. Gevaarlijk, omdat we hebben laten zien dat MRI-scans van gezonde individuen in bijna een kwart van de gevallen afwijkingen laten zien die passen bij axiale SpA, terwijl dit waarschijnlijk onterecht is. Dit vraagt in het geval van het gebruiken van MRI bij de diagnose van axiale SpA om twee dingen: 1) wanneer een MRI-scan positief is moet opnieuw bepaald worden en 2) artsen moeten niet te laagdrempelig een MRI- scan maken bij een individu met rugpijn.
De herkenning van de preklinische fase van axiale SpA is in opkomst, mede door ontwikkelingen in het vroege-reumatoïde artritis-onderzoek. Initiatieven als het Pre-SpA-cohort dragen hopelijk bij aan het identificeren, stratificeren, beschrijven en uiteindelijk wellicht zelfs behandelen van zeer vroege axiale SpA, zodat het
162

























































































   162   163   164   165   166