Page 287 - Demo
P. 287
285SSamenvattingAls mensen spreken over hun geliefde gebruiken ze vaak cognitieve termen: “ze trok meteen mijn aandacht” of “ik kon hem niet uit mijn hoofd krijgen” zijn veelgehoorde uitspraken als het over romantische interacties bij mensen gaat. Het wordt dan ook algemeen geaccepteerd dat cognitieve processen ons helpen bij het kiezen van een partner. Bij dieren is echter veel minder bekend over de rol van cognitie bij partnerkeuze. Dit is zonde, omdat onderzoek hiernaar zowel fundamentele als toegepaste waarde heeft. Naast het feit dat vergelijkend onderzoek naar cognitie en partnerkeuze ons inzicht geeft in de evolutionaire oorsprong van hoe mensen hun partner kiezen, kunnen we de onderzoeksmethoden ook toepassen om partnervoorkeuren van dieren inzichtelijk te maken. Internationaal zijn er voor verschillende diersoorten fokprogramma’s opgezet die moeten zorgen voor een genetisch gezonde dierentuinpopulatie. Momenteel worden individuele partnervoorkeuren van dieren daarin nog nauwelijks meegenomen. Door dit wel te doen, kan het reproductief succes van dierentuinpopulaties mogelijk verhoogd worden. In mijn onderzoek heb ik daarom geprobeerd om cognitieve experimenten te ontwerpen die inzicht kunnen geven in de partnervoorkeuren van orang-oetans, een mensaapsoort die nauw verwant is aan de mens en in dierentuinen een relatief laag reproductief succes kent. Dit heb ik gedaan door een vergelijkende benadering toe te passen, waarbij mensen en orang-oetans dezelfde soort experimenten uitvoerden.Na een algemene inleiding in hoofdstuk 1, geef ik in hoofdstuk 2 een overzicht van eerder onderzoek naar cognitie en partnerkeuze bij mensen en nietmenselijke primaten. Hierbij belicht ik drie specifieke componenten: aandacht, geheugen en inspanning. Bij mensen is uitgebreid onderzoek gedaan naar deze componenten, waarbij bevindingen aantonen dat mensen (i) hun visuele aandacht reflexief en bewust op aantrekkelijke gezichten richten, (ii) bereid zijn moeite te doen om aantrekkelijke gezichten te zien, en (iii) mogelijk een beter geheugen hebben voor aantrekkelijke gezichten dan onaantrekkelijke gezichten, hoewel sommige studies een beter geheugen voor onaantrekkelijke gezichten rapporteren. Ondanks het feit dat er in de laatste decennia steeds meer cognitieve experimenten met niet-menselijke primaten zijn uitgevoerd, is er nog maar weinig onderzoek gedaan naar cognitie en partnerkeuze. De meeste cognitiestudies gebruikten taken om kijkvoorkeuren te meten en waren voornamelijk gericht op makaken. Om een beter inzicht te krijgen in de evolutionaire geschiedenis van cognitieve processen die mensen tijdens partnerkeuze gebruiken, is het essentieel om een breder scala aan cognitieve taken toe te passen bij verschillende Tom Roth.indd 285 08-01-2024 10:42