Page 202 - Assessing right ventricular function and the pulmonary circulation in pulmonary hypertension Onno Anthonius Spruijt
P. 202
12
Uit veel studies is gebleken dat bij de ziekte pulmonale arteriële hypertensie verschillende rechter ventrikel parameters een belangrijke prognostische waarde hebben. In hoofdstuk 3 hebben we een eenvoudige toepasbare risico score ontwikkeld gebaseerd op een combinatie van metingen van het rechter hart en deze vergeleken met reeds bestaande risico scores. De rechter hart score toonde een goede prognostische waarde en correleerde met algemeen bekende, complexere risicoscores (REVEAL en NIH score).
Het meten van de behandel respons bij patiënten met pulmonale hypertensie
De remodulering van het vaatbed in patiënten met pulmonale arteriële hypertensie leidt tot een toename van de load op de rechter ventrikel. Zoals reeds eerder vermeld is rechter hartfalen de belangrijkste doodsoorzaak van patiënten met pulmonale arteriële hypertensie hetgeen het belang onderstreept van monitoring van de functie van de rechter ventrikel tijdens de follow-up van patiënten. In hoofdstuk 4 gaven wij een overzicht van de beschikbare methoden en parameters waarmee de respons van de functie van de rechter ventrikel op therapie het best kan worden gemeten.
Tegenwoordig wordt MRI gezien als de beste beeldvormende techniek voor het meten van de functie van de rechter ventrikel. Deze techniek relatief duur, niet in alle ziekenhuizen beschikbaar en het analyseren van de volumina en de functie van de rechter ventrikel kost relatief veel tijd. Echocardiografie is een goedkopere techniek en is in vrijwel alle ziekenhuizen voor handen. De tweedimensionale functiematen van de rechter ventrikel die met echocardiografie verkregen kunnen worden, kunnen ook relatief sneller worden geanalyseerd. Daarom onderzochten wij in hoofdstuk 5 of eenvoudige tweedimensionale functiematen van de rechter ventrikel kunnen worden gebruikt voor de monitoring van patiënten met pulmonale hypertensie. Hiertoe vergeleken wij de verandering van tweedimensionale functie maten in de tijd verkregen met echocardiografie met de verandering van de rechter ventrikel ejectie fractie berekend met MRI. Wij vonden een goede relatie tussen tweedimensionale functiematen verkregen met echo en de rechter ventrikel ejectie fractie berekend met MRI. Echter, de verandering van de rechter ventrikel ejectie fractie in de tijd gemeten met MRI kon niet goed worden gevolgd door de tweedimensionale functie maten verkregen met echocardiografie. Onze resultaten suggereren dat echocardiografie onvoldoende sensitief is voor het monitoren van de rechter ventrikelfunctie.
Patiënten met idiopathische pulmonale arteriële hypertensie en een lage diffusie capaciteit van de longen voor koolstofmonoxide (DLCO) hebben een slechtere overleving dan patiënten met