Page 77 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 77
landschap als het cultuurlandschap rond 1400 zijn weergegeven. De resultaten van deze landschapsreconstructie zijn weergegeven in de uitvouwkaart achter in dit boek, die is gemaakt met medewerking van de landschapshistorica Van den Wittenboer.
Betreffende het natuurlijke landschap reconstrueren we de verschillende landschapstypen die
de mate van toegankelijkheid van een gebied bepaalden, zoals stuwwallen, dekzandruggen, broekgebieden, hoogvenen en rivierduinen. Deze landschapstypen kunnen het best
worden onderscheiden op paleogeografische kaarten, geomorfologische overzichts- en 2 detailkaarten en bodemkaarten. Het is niet ons doel om hierbij tot een hoge mate van detail
te komen, maar veel meer om de grotere landschappelijke eenheden en de natuurlijke waterlopen in beeld te brengen, waaronder de talrijke wetlands die indertijd in Noordoost- Nederland voorkwamen in de vorm van beekdalen, broekgebieden, zeggenmoerassen en hoogveengebieden. Zulke gebieden vormden tot ver in de volle middeleeuwen onontgonnen en nauwelijks te doorkruisen barrières voor het doorgaande verkeer. Daardoor hadden ze een belangrijke formatieve invloed op het toenmalige doorgaande wegenpatroon, inclusief de meest geschikte doorgaande passages door deze natte gebieden. Daarnaast besteden we aandacht aan de ligging van de waterlopen, aangezien deze juist van belang zijn voor de ontsluiting van gebieden.
Het cultuurlandschap is gereconstrueerd aan de hand van cartografische en historische bronnen. Daarvoor zijn naast de reeds besproken geschreven bronnen veel zestiende- en zeventiende-eeuwse manuscriptkaarten gebruikt die retrospectief kunnen worden geïnterpreteerd.97 Op deze wijze is in combinatie met historische bronnen een reconstructie gemaakt van het routenetwerk rond 1400 en de ligging van diverse centrale plaatsen zoals steden, vergaderplaatsen, domeinhoven, parochiekerken en kloosters.
Veel van bovengenoemde cartografische en aardkundige bronnen zijn op een schaalniveau van 1:25.000 of zelfs 1:50.000 beschikbaar. Voor reconstructies op lokaal detailniveau is aanvullend onderzoek op het terrein van grondboringen, AHN-analyse, toponymisch onderzoek en veldkartering noodzakelijk.
2.5 Landschapsopbouw van het Oversticht tijdens de volle en late middeleeuwen
Inleiding
Het Oversticht bestond rond 1400 uit een gebied van ruim 6500 kilometer2 dat grofweg de hele huidige provincies Drenthe en Overijssel omvatte en een gebied rondom de huidige stad Groningen (Gorecht). Dit territorium kende geen natuurlijke landschappelijke grens, maar was het resultaat van politieke ontwikkelingen vanaf de elfde eeuw (zie figuur 2.5, paragraaf 3.2 en de uitvouwkaart). Binnen deze grenzen liggen verschillende landschapstypen waarvan in de middeleeuwen maar een beperkt gebied geschikt was voor bewoning, te weten de hogere Pleistocene delen van het landschap. Deze plekken werden omsloten door uitgestrekte venen en moerasbossen die pas in de nieuwe tijd zijn ontgonnen. De middeleeuwse mens moest dus leven met een beperkte toegankelijkheid van het landschap om de hindernissen zoals moerasbossen zoveel mogelijk te vermijden.
Het fysieke territoriale landschap
97 Zie bronvermelding ‘Kaarten’.
75